Installation Instructions
60
46900V006_Rev-D_NL
13. Functionele controle / eindtest
INFORMATIE
Na inbouw van de aandrijving moet
de voor de inbouw van de aandrijving
verantwoordelijke persoon volgens
machinerichtlijn 2006/42/EG een
EG-conformiteitsverklaring voor de
deurinstallatie opmaken en de CE-
markering en een typeplaatje aanbrengen.
Deze documenten en deze montage- en
bedieningshandleiding van de aandrijving
moeten aan de exploitant worden
overhandigd.
Dit geldt ook bij de ombouw van een
handbediende deur.
INFORMATIE
Omkering: De aandrijving stopt bij het
raken van een obstakel en beweegt
vervolgens een stuk in de andere richting,
om het obstakel vrij te geven.
Met de functie automatische sluiting opent
de deur helemaal bij een obstakeldetectie.
INFORMATIE
De bedrijfskrachten kunnen met SOMlink
en een WLAN-apparaat worden gewijzigd
en aangepast. Informatie hierover krijgt u
bij een erkend vakhandelaar.
Als de krachtinstelling, de obstakeldetectie en de
functies succesvol getest zijn, moet de opgeleide
specialist de EG-conformiteitsverklaring opstellen, en de
CE-markering en het typeplaatje aan de deurinstallatie
aanbrengen.
De aandrijving moet in de richting deur OPEN omkeren
als deze met een gewicht van 20 kg wordt belast. Het
gewicht wordt hiervoor in het midden van de onderkant
van de deur bevestigd.
De deur moet bij de deurloop deur DICHT omkeren als
op een hoogte van 50 mm een obstakel aan de bodem
wordt geraakt.
1. De deur met de aandrijving openen.
2. Een 50 mm hoog voorwerp in het midden van de
deur plaatsen.
50 mm
Afb. Voorbeeld: Obstakeldetectie bij sectionaaldeur
3. De deur met de aandrijving sluiten.
⇒ Als de deur op een obstakel treft, moet de
aandrijving meteen omkeren.
⇒ Bij een impuls door de zender opent de aandrijving
de deur helemaal.
⇒ Als de aandrijving niet omkeert, moeten de
geprogrammeerde posities worden gereset, zie
hoofdstuk "10.13 Besturing resetten". De posities
en de krachten moeten opnieuw worden
geprogrammeerd.
13.2 Deurinstallatie overhandigen
De opgeleide specialist moet de exploitant instrueren in:
• het gebruik van de aandrijving en de daaraan
verbonden gevaren
• de omgang met de handmatige noodontgrendeling
• regelmatig onderhoud, en regelmatige controle
en reiniging die de exploitant kan uitvoeren, zie
hoofdstuk "15. Onderhoud en reiniging".
• storingen verhelpen, bij storingen die de exploitant
zelf kan verhelpen, zie hoofdstuk "16. Storingen
verhelpen".
De exploitant moet erover worden geïnformeerd welke
werkzaamheden uitsluitend door een opgeleide specialist
mogen worden uitgevoerd:
• accessoires installeren
• instellingen
• regelmatig onderhoud, regelmatige controle en
reiniging, behalve de werkzaamheden die beschreven
zijn in hoofdstuk "15. Onderhoud en reiniging"
• het verhelpen van storingen, behalve de storingen
die zijn beschreven in hoofdstuk "16. Storingen
verhelpen".
• reparaties
De volgende documenten voor de deurinstallatie moeten
aan de exploitant worden overhandigd:
• montage- en bedieningshandleiding voor de deur en
de aandrijving
• controleboek
• EG-conformiteitsverklaring
• overdrachtsprotocol voor de aandrijving
http://som4.me/cgdo