Installation Instructions
33
46900V006_Rev-D_NL
8. Elektrische aansluiting
8.1 Aansluiting op een stopcontact
Voor de elektrische aansluiting van de aandrijving is een
stopcontact nodig.
Uitsluitend opgeleide elektriciens mogen stopcontacten
installeren. Het stopcontact moet beveiligd zijn. De ter
plaatse geldende en nationale installatievoorschriften
(bijv. VDE) moeten in acht worden genomen.
Personen onder invloed van drugs, alcohol of het
reactievermogen verminderende geneesmiddelen mogen
niet aan de aandrijving werken.
Let in het bijzonder op de onderstaande
veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk.
GEVAAR
Gevaar door elektrische stroom!
Bij aanraken van onder stroom staande
onderdelen kan een gevaarlijke
doorstroming van het lichaam optreden.
Elektrische schok, verbrandingen of de
dood kunnen het gevolg zijn.
► Uitsluitend een opgeleid elektricien
mag aan elektrische onderdelen werken.
► Controleer voor het insteken van de
netstekker of de netspanning van de
stroombron gelijk is aan de op het
typeplaatje van de aandrijving vermelde
gegevens.
► Steek de netstekker pas in het
stopcontact als de montage geheel is
afgesloten.
► Voor werkzaamheden aan de
aandrijving moet u eerst de netstekker
uit het stopcontact trekken.
► Als een accu aangesloten is, koppelt u
deze los van de besturing.
► Controleer of er geen spanning op de
aandrijving staat.
► Beveilig aandrijving tegen her
inschakelen.
AANWIJZING
Om schade aan aandrijving te voorkomen,
de plafondbesturing pas na volledige
montage verbinding met de voeding.
< 1100 mm
Afb. Afstand van plafondbesturing tot stopcontact
Houd tussen plafondbesturing en stopcontact een
afstand van max.1,1 m aan.
INFORMATIE
Het stopcontact moet als volgt
geïnstalleerd worden:
• in het bereikbare bereik van het netsnoer
van de plafondbesturing
• goed zichtbaar en vrij
INFORMATIE
Het netsnoer heeft een lengte van ca. 1,2 m.
INFORMATIE
U mag de meegeleverde voedingskabel
niet inkorten of verlengen.
Alle extern aan te sluiten apparaten
moeten een veilige scheiding van de
contacten tegen de netspanning volgens
ICE 60364-4-41 hebben.
Bij het leggen van de kabels van externe
apparaten de norm ICE 60364-4-41 in acht
nemen.
Alle elektrische kabels moeten vast
worden gelegd en tegen verschuiving
beveiligd zijn.