Installation Instructions

26
46900V006_Rev-D_NL
10 mm 17 mm 17 mm
Afb. 8 Afb. 9
8. De ketting tot de markering op het inschuifdeel
spannen, zie pijl in de detailweergave.
9. De twee lateihoekstukken met schroef en moer op
het inschuifdeel schroeven.
13 mm
B
ACK
H
INT
EN
100 mm -
700 mm
Afb. 10 Afb. 11
10. De rail omdraaien om de plafondophanging te
monteren.
Tussen plafondbesturing en plafondhouder moet een
afstand van ca. 100 - 700 mm liggen.
De plafondhouder op de rail steken en in elkaar
schuiven.
11. De geperforeerde banden rechts en links aan de
plafondhouders schroeven. Daarbij op de afstanden
voor de montage tot het plafond of de latei letten.
Rail is voorbereid voor verdere montage.
Voor de verdere montage zie hoofdstuk "6.4 Montage
aan de deur".
6.4 Montage aan de deur
X
5 -
65 mm
min. 35 mm
X
Afb. 1.1 Hoogste looppunt van draai- en kanteldeuren
X
5 -
65 mm
35 mm
X
Afb. 1.2 Hoogste looppunt van sectionaaldeur
INFORMATIE
Als de afstand tussen plafond en
onderkant van de rail groter dan 245 mm,
de plafondhouder met meer geperforeerde
banden verlengen.
1. Het hoogste looppunt “X” van de deur afhankelijk
van het deurtype bepalen:
De deur openen en de kortste afstand (min. 35 mm)
tussen bovenkant deur en plafond meten.
De afstand tussen het “X” en de onderkant van de
rail moet tussen 5 mm en 65 mm liggen.
max. 30°
Afb. 2
6. Montage