User manual
Waarschuwingen
69
NLNL
1.4 Algemene 
veiligheidswaarschuwingen
Leef de veiligheidswaarschuwingen na 
voor een veilig gebruik van het apparaat.
• Dompel het apparaat, de 
voedingskabel of de stekker niet onder in 
water of een andere vloeistof.
• Gebruik het apparaat niet als de 
voedingskabel of de stekker beschadigd 
is of als het apparaat op de grond is 
gevallen of op een of andere manier 
schade heeft opgelopen.
• Plaats het apparaat niet op of nabij een 
werkend fornuis/kookplaat (gas of 
elektrisch) of in een (warme) oven.
• De voedingskabel van het apparaat is 
kort, om ongevallen te voorkomen. 
Gebruik geen verlengsnoer.
• Laat het apparaat in geval van een 
defect uitsluitend door een 
gekwalificeerd technicus repareren.
• Schakel het apparaat onmiddellijk na 
het gebruik uit.
• Probeer vlammen/brand niet te doven 
met water: schakel het apparaat uit, haal 
de stekker uit het stopcontact en bedek 
het vuur met een deksel of een 
brandwerende deken.
• Lees deze gebruiksaanwijzing 
aandachtig vóór het gebruik van het 
apparaat.
• Voer geen wijzigingen uit aan dit 
apparaat.
• Probeer nooit om zelf het apparaat te 
repareren, zonder tussenkomst van een 
gekwalificeerde technicus.
• Als de voedingskabel beschadigd is, 
moet men onmiddellijk contact opnemen 
met een servicecentrum.
Voor dit apparaat
• Tijdens de functionering kan de 
broodrooster erg warm worden. Raak 
de warme oppervlakken niet aan. 
Gebruik de knop en de 
bedieningsfuncties, de roosterhendel en 
de optionele accessoires.
• Haal de stekker uit het stopcontact als 
de broodrooster niet functioneert, vóór u 
deze schoonmaakt, of in het geval van 
een defect. Laat het apparaat afkoelen 
vóór u het schoonmaakt.
• Brood kan aanbranden. Gebruik het 
apparaat niet in de buurt van of onder 
ontvlambare materialen, zoals 
bijvoorbeeld gordijnen.
• Verifieer of de hendel van de 
broodrooster omhoog is bewogen 
alvorens u de stekker in het stopcontact 
steekt of eruit haalt.
• Verzeker u ervan dat lucht ongehinderd 
rondom de broodrooster kan circuleren. 
Leg geen voorwerpen op de 
broodrooster.
• Probeer het brood niet uit de werkende 
broodrooster te verwijderen.
• Plaats geen metalen voorwerpen zoals 
messen, vorken of lepels op het 
apparaat tijdens gebruik ervan.
• Maak de broodrooster niet schoon met 
metalen voorwerpen zoals messen, 
vorken of lepels.
• Het apparaat mag niet worden 
schoongemaakt door kinderen die niet 
onder toezicht staan.










