Beste klant, Bedankt voor het aanschaffen van Divina Cucina, huishoudelijke apparaten van de collectie Sicily is my love, ontworpen door Smeg - Dolce&Gabbana. Met dit artikel kiest u voor een product dat de kwaliteit en de technologie van de producten van Smeg combineert met de creativiteit en de vakkundige virtuositeit van Dolce&Gabbana.
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Algemene veiligheidswaarschuwingen Aansprakelijkheid van de fabrikant Beoogd gebruik Identificatieplaatje Deze gebruiksaanwijzing Verwerking Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 2 Beschrijving 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Algemene beschrijving Kookplaat Bedieningspaneel Andere onderdelen Beschikbare accessoires 3 Gebruik 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.
Waarschuwingen 1 Waarschuwingen 1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen Persoonlijk letsel • Het apparaat en de bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Raak geen verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte. • Probeer geen vlammen/brand te doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
• GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TERWIJL HET WERKT. • Na gebruik het apparaat uitschakelen. • VOER GEEN WIJZIGINGEN UIT OP HET APPARAAT. • Voorafgaand op iedere ingreep op het apparaat (installatie, onderhoud, plaatsing of verplaatsing) moet u altijd zorgen voor persoonlijke beschermingsmiddelen. • Voorafgaand op iedere ingreep op het apparaat moet de algemene elektrische voeding gedeactiveerd worden.
Waarschuwingen Beschadiging van het apparaat • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes). • Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen. • Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot ze niet verder kunnen. De mechanische veiligheidsblokkeringen die de verwijdering van de roosters voorkomen moeten naar beneden en naar de achterzijde van de ovenruimte gericht zijn. • Ga niet op het apparaat zitten.
• Stop de verwijderbare onderdelen, zoals de roosters van de kookplaat, de vlamverdelers en de deksels niet in de vaatwasser. • Gebruik de open deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen. • Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur. • Til dit apparaat niet op door de handgreep beet te pakken. Installatie • DIT APPARAAT MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN IN BOTEN OF CARAVANS. • Het apparaat mag niet geïnstalleerd worden op een voetstuk.
Waarschuwingen • Het aansluiten met een flexibele buis moet zodanig uitgevoerd worden dat de lengte van de buis niet langer is dan 2 meter bij maximale uitschuiving voor flexibele stalen buizen en 1,5 meter voor rubberen buizen. • De buizen mogen niet in aanraking komen met beweegbare delen, en mogen niet geplet worden. • Gebruik, daar waar nodig, een drukregelaar in overeenstemming met de van kracht zijnde norm.
1.4 Identificatieplaatje Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd. 1.5 Deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en moet gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard. Deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor het gebruik van het apparaat doorlezen. 1.
Waarschuwingen • Oude of gebruikte apparaten aan het einde van hun levensduur moeten door de gebruiker worden ingeleverd bij geschikte centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of overhandigd worden aan de verkoper wanneer een nieuw gelijkaardig apparaat wordt gekocht. Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke en recyclebare materialen. • Breng het verpakkingsmateriaal naar de betreffende centra voor afvalverwerking.
Beschrijving NL 2 Beschrijving NL 2.
Beschrijving 2.2 Kookplaat AUX = Hulpbrander SR = Halfsnelle brander R = Snelle brander DUAL = Ultrasnelle brander 2.3 Bedieningspaneel 1 Functieknop 3 Controlelampje De verschillende functies van de oven zijn geschikt voor verschillende bereidingswijzen. Nadat u de gewenste functie heeft geselecteerd, moet u de bereidingstemperatuur instellen met de temperatuurknop. Licht op om te melden dat de oven zich in de verwarmingsfase bevindt. Wordt uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Nuttig voor de inschakeling en de regeling van de branders van de kookplaat. Druk op de knoppen, en draai deze linksom op de waarde om de overeenkomstige branders te ontsteken. Om de vlam te regelen, moet de knop in de zone tussen het maximum en het minimum gedraaid worden. Om de branders uit te schakelen, moeten de knoppen op geplaatst worden. 5 Klok programmeereenheid Handig voor de weergave van het actuele tijdstip, de geprogrammeerde bereidingen en voor de instelling van de kookwekker. 2.
Beschrijving Rooster voor ovenschaal Rooster Om op een ovenschaal te zetten, voor het bereiden van voedsel dat kan lekken. Nuttig voor het plaatsen van houders met voedsel in bereiding. Diepe ovenschaal Zelfreinigende panelen Nuttig om vet op te vangen afkomstig van voedsel op het bovenstaande rooster, of om taarten, pizza’s en gebak te bakken. Deze panelen absorberen kleine vetresten. Draaispit Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig.
Waarschuwingen De temperatuur in de ovenruimte kan tijdens het gebruik hoog oplopen Gevaar op verbranding • Houd de deur dicht tijdens de bereiding. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de oven. • Let op dat u de warmte-elementen in de oven niet aanraakt. • Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen. • Kinderen jonger dan 8 jaar mogen de oven tijdens zijn werking niet benaderen.
Gebruik De temperatuur in de bergruimte kan hoog oplopen Brand- en ontploffingsgevaar • Gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van het apparaat. • Laat geen ontvlambare materialen in de nabijheid van het apparaat of de bergruimte. • Gebruik geen plastic vaatwerk of houders voor het bereiden van voedsel. • Plaats geen blikken of gesloten houders in de ovenruimte. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten of oliën kunnen vrijkomen.
3.1 Om energie te besparen 3.2 Gebruik van de accessoires • Verwarm het apparaat uitsluitend voor als dit in het recept is aangegeven. • Ontdooi bevroren levensmiddelen voordat u ze in de ovenruimte plaatst, tenzij anders op de verpakking is aangegeven. • Bij meerdere bereidingen wordt geadviseerd om de levensmiddelen achtereenvolgens te bereiden zodat u de reeds opgewarmde ovenruimte het beste kunt benutten.
Gebruik Roosters en ovenschalen Draaispit (enkel op sommige modellen) Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt. De mechanische veiligheidsblokkeringen, die de ongewenste verwijdering van het rooster voorkomen, moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de ovenruimte gericht zijn. 1. Breng de 4 meegeleverde draagstukken aan in de 4 gaten op de hoeken van de diepe ovenschaal. Draai ze met behulp van een gereedschap (bijv.
3. Gebruik de bijgeleverde klemvorken om het draaispit voor te bereiden. De vorken kunnen bevestigd worden met de bevestigingsschroeven. 5. Breng de ovenschaal aan op het eerste vlak van het frame (zie „Algemene beschrijving“). 6. Plaats de punt van de stang in de zitting van het motortje van het draaispit, links op de achterwand van de ovenruimte. NL 4. Plaats het draaispit na de voorbereiding op de desbetreffende steunen.
Gebruik 7. Activeer het draaispit door de functieknop op te draaien en met de temperatuurknop een bereidingstemperatuur in te stellen. Het wordt aanbevolen om een beetje water in de ovenschaal te gieten zodat rookvorming wordt vermeden. 8. Verwijder de ovenschaal met het draaispit aan het einde van de bereiding. 9. Om het draaispit makkelijk te kunnen verplaatsen, moet de bijgeleverde en daarvoor bestemde handgreep vastgedraaid worden. 3.
Correcte positie van de vlamverdelers en van de deksels Aan de onderkant van het fornuis is een bergruimte aangebracht die u kunt gebruiken voor het opbergen van pannen of metalen voorwerpen die u voor het gebruik van het apparaat nodig heeft. • Trek de handgreep naar u toe om de bergruimte te openen. NL Voordat de branders van de kookplaat ingeschakeld worden, moet gecontroleerd worden of de vlamverdelers correct met de respectievelijke deksels gepositioneerd zijn.
Gebruik Lijst van de functies Statisch De warmte wordt gelijktijdig bovenaan en onderaan afgegeven, en maakt dit systeem geschikt voor het bereiden van speciale types van voedsel. De traditionele bereiding, die ook statisch wordt genoemd, is geschikt voor het klaarmaken van één gerecht per keer. Het is ideaal voor alle types van gebraden, brood en gevulde taarten, en het is vooral geschikt voor vet vlees zoals gans en eend.
Circulatie + ventilator Met de combinatie van de ventilator en het circulatie-element (dat zich in het achterste gedeelte van de oven bevindt) kunnen verschillende soorten voedsel op meerdere niveaus bereid worden, mits deze dezelfde temperatuur en bereidingswijze vereisen. De warmeluchtcirculatie verzekert een onmiddellijke en uniforme verdeling van de warmte.
Gebruik 3.6 Advies voor bereidingen Algemeen advies • Gebruik de geventileerde functie voor het verkrijgen van een gelijkmatige bereidingsgraad op de verschillende niveaus. • Het verhogen van de temperatuur verkort niet de bereidingstijden (het voedsel zou aan de buitenkant erg gaar kunnen zijn, maar minder aan de binnenkant). Advies voor het bereiden van vleesgerechten • De bereidingstijden hangen af van de dikte en van de kwaliteit van het voedsel, en van de smaak van de consument.
Gebruik NL • Plaats het ingevroren voedsel, zonder verpakking en in een houder zonder deksel, op het eerste niveau van de ovenruimte. • Vermijd opeenstapeling van voedingsmiddelen. • Om vlees te ontdooien kunt u een rooster gebruiken op het tweede niveau, en een ovenschaal op het eerste niveau. Op deze manier blijft het voedsel niet in contact met de vloeistof van de ontdooiing. • De meest delicate delen kunnen bedekt worden met aluminiumfolie.
Gebruik Bereiding met tijdinstelling Instelling van de tijd De oven kan niet worden ingeschakeld als de tijd niet is ingesteld. Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking zullen de cijfers op het display van het apparaat knipperen. 1. Druk tegelijkertijd op de toetsen en . De stip tussen de uren en de minuten knippert. 2. Met de toetsen of kan het uur ingesteld worden. Houd de toets ingedrukt om snel vooruit te gaan. 3. Druk op de toets of wacht 5 seconden.
6. Druk gelijktijdig op de toetsen en om de klok van de programmeereenheid te resetten. Het is niet mogelijk om een bereidingsduur van meer dan 10 uur in te stellen. Wanneer u na de instelling de resterende tijd wilt weergeven, moet u op de toets drukken. 3. Druk op de toetsen of om de gewenste minuten in te stellen. 4. Wacht ongeveer 5 seconden zonder op een toets te drukken om de functie te activeren. Op het display verschijnt de NL Gebruik actuele tijd samen met de symbolen en . 5.
Gebruik Kookwekker De kookwekker onderbreekt de bereiding niet, maar waarschuwt de gebruiker wanneer de ingestelde minuten verstreken zijn. De kookwekker kan op elk gewenst moment geactiveerd worden. 1. Druk op de toets . Het display toont de cijfers en het knipperende controlelampje minuten. tussen de uren en de 2. Druk op de toetsen of om de gewenste minuten in te stellen. 3. Wacht ongeveer 5 seconden zonder een toets in te drukken om de instelling van de kookwekker te beëindigen.
Gerechten Gewicht (Kg) Functie Niveau Temp.
Reiniging en onderhoud 4 Reiniging en onderhoud Waarschuwingen Incorrect gebruik Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken • Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten. • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv.
4.1 Reiniging van de kookplaat Vonkontstekers en thermokoppels Roosters van de kookplaat Voor een goede werking moeten de vonkontstekers en de thermokoppels steeds rein gehouden worden. Controleer ze regelmatig, en reinig ze indien nodig met een vochtige doek. Eventuele droge resten moeten verwijderd worden met een tandenstoker of met een naald. Verwijder de roosters en reinig deze met behulp van lauw water en een nietschurend reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle afzettingen.
Reiniging en onderhoud 4.2 Reiniging van de deur Demontage van de deur Om de reiniging van de oven te vergemakkelijken, kunt u de ovendeur verwijderen en op een theedoek leggen. Ga voor de verwijdering van de deur als volgt te werk: 1. Open de deur volledig en plaats de twee pinnetjes in de openingen van de scharnieren zoals op de afbeelding. 3.
Voor een gemakkelijke schoonmaak, kunnen de binnenruiten van de deur worden gedemonteerd. 1. Open de deur. 2. Breng de blokkeringen aan in de gaten van de scharnieren zodat de deur niet ongewenst kan dichtvallen. 3. Verwijder de interne ruit door ze achteraan voorzichtig naar boven te trekken, en volg de beweging die wordt aangeduid door de pijlen (1). 5. Verwijder de tussenruit door ze naar de andere ruit toe op te heffen. 6. Maak de buitenruit schoon, evenals de voorheen verwijderde ruiten.
Reiniging en onderhoud 4.3 Reiniging van de ovenruimte Om de ovenruimte in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden. Laat geen voedselresten in de ovenruimte opdrogen aangezien daardoor de lak beschadigd kan raken. Verwijder de uitneembare delen alvorens de ovenruimte te reinigen.
Reiniging en onderhoud Als de zelfreinigende zijpanelen en de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen worden verwijderd, kan de reiniging van de zijkanten makkelijker uitgevoerd worden. De zelfreinigende zijpanelen en de frames voor roosters/ovenschalen verwijderen: • Trek het frame naar de binnenkant van de oven zodat het van de klemverbinding A wordt losgekoppeld, en verwijder het uit de achterste zittingen B. Het zelfreinigende zijpaneel is aan het geleiderframe voor roosters/ovenschalen bevestigd.
Reiniging en onderhoud 4.4 Vapor Clean Vapor Clean is een reinigingsprocedure die de verwijdering van vuil vergemakkelijkt. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenzijde van de oven uiterst eenvoudig te reinigen. De vuilresten worden verzacht door de warmte en door de waterdamp, zodat ze makkelijker kunnen verwijderd worden. • Giet ongeveer 40cc water in de ovenschaal. Let op dat het water niet uit de uitsparing komt.
1. Stel een bereidingsduur van 18 minuten in op de klok van de programmeereenheid. 2. Draai de functieknop op het symbool en draai de temperatuurknop op het symbool . Enkele seconden na het laatste gebruik van de toetsen van de klok van de programmeereenheid, wordt de reinigingscyclus Vapor Clean gestart. 3.
Reiniging en onderhoud 4.5 Buitengewoon onderhoud 4. Draai de lamp los en verwijder ze. Vervanging van de lamp voor de binnenverlichting Onder elektrische spanning staande delen Gevaar voor elektrische schok • Schakel de stroomtoevoer naar het apparaat uit. De ovenruimte is voorzien van een 40W-lamp. 1. Verwijder alle accessoires uit de oven. 2. Verwijder de geleiderframes voor roosters/ovenschalen. 3. Verwijder de kap van de lamp met gereedschap (bijv. een schroevendraaier).
De pakking demonteren: • Koppel de op de 4 hoeken en in het midden geplaatste haken los en trek de pakking naar buiten. De pakking monteren: • Haak de haken in de 4 hoeken en in het midden van de pakking vast. Advies voor het onderhoud van de pakking De pakking moet elastisch en zacht zijn. • Gebruik een niet-schurende spons en lauwwarm water om de pakking schoon te houden.
Installatie 5 Installatie 5.1 Gasaansluiting Gaslekkage Explosiegevaar • Controleer na elke ingreep of het aandraaimoment van de gasaansluitingen zich tussen 10 Nm en 15 Nm bevindt. • Gebruik, daar waar nodig, een drukregelaar in overeenstemming met de van kracht zijnde norm. • Na de installatie moet u eventuele lekken opsporen met een zeepoplossing, maar nooit met een vlam.
Aansluiting met een flexibele stalen slang Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op de gasaansluiting 1 van het apparaat, en breng de pakking 2 ertussen aan. NL Draai de slangaansluiting 3 zorgvuldig vast op de gasaansluiting 1 (schroefdraad ½” ISO 228-1) van het apparaat, en breng de pakking 2 aan.
Installatie Aansluiting met een flexibele stalen slang met conische verbinding Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de verbinding 3 zorgvuldig vast op de gasaansluiting 1 (schroefdraad ½” ISO 228-1) van het apparaat, en breng altijd de bijgeleverde pakking 2 aan. Breng isolatiemateriaal aan op de schroefdraad van de verbinding 3, en draai de flexibele stalen slang 4 vast op de verbinding 3.
5.2 Aanpassing aan de verschillende gastypes NL Installatie Bij gebruik van andere gastypes, moeten de gasmondstukken op de branders vervangen worden en dient de minimum vlam van de gaskranen te worden afgesteld. 1 Afvoer door middel van een afzuigkap 2 Afvoer zonder een afzuigkap 1. Verwijder de roosters, de deksels en de vlamverdelers om bij de branderdoppen te komen. 2. Vervang de straalpijpen met behulp van een sleutel 7mm naargelang het gebruikte gas (zie Types van gas en toebehorende landen).
Installatie Regeling van het minimum voor methaan of stadsgas Regeling van het minimum voor vloeibaar gas Schakel de brander in en laat hem op de lage stand branden. Verwijder de knop van de gaskraan, en handel op de regelschroef die zich naast het staafje van de kraan bevindt (afhankelijk van het model) tot een regelmatige minimum vlam wordt verkregen. Monteer de knop opnieuw en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander.
Types van gas en toebehorende landen IT GB-IE FR-BE DE AT NL ES PT SE RU DK PL HU Type van gas NL Installatie 1 Methaan G20 G20 20 mbar • • • • • • • • • • • G20/25 20/25 mbar 2 Methaan G20 G20 • 25 mbar 3 Methaan G25 G25 25 mbar G25.3 25 mbar • • 4 Methaan G25.1 G25.1 • 25 mbar G25 NL 5 Methaan G25 • 20 mbar 6 Methaan G2.350 G2.
Installatie Tabel met de kenmerken van de branders en de gasmondstukken 1 Methaan G20 AUX SR R DUAL int. DUAL ext. Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.0 1.8 2.9 0.9 4.10 Diameter gasmondstuk (1/100 mm) 72 97 115 70 150 Voorkamer (gedrukt op gasmondstuk) (X) (Z) (Y) (H1) (H3) 2 Methaan G20 400 AUX 500 SR 800 R 400 DUAL int. 1200 DUAL ext. Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.1 1.8 2.9 0.9 4.
AUX SR R DUAL int. DUAL ext. Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.0 1.8 3.0 0.9 3.8 Diameter gasmondstuk (1/100 mm) 50 65 85 44 96 Voorkamer (gedrukt op gasmondstuk) - - - - - Gereduceerd vermogen (W) 400 500 800 400 1300 Nominaal vermogen G30 (g/h) 73 131 218 65 276 Nominaal vermogen G31 (g/h) 8 Vloeibaar gas G30/31 71 AUX 129 SR 214 R 64 DUAL int. 271 DUAL ext. Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.1 1.9 3.0 0.8 3.
Installatie 5.3 Plaatsing Zwaar apparaat Pletgevaar • Plaats het apparaat met behulp van een tweede persoon in het meubel. Druk op de open deur Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Gebruik de open deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen. • Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur. Keukenkasten die zich boven het werkblad bevinden, moeten zich op een afstand van minstens Y mm bevinden.
Installatie (Ingebouwd apparaat) 900 mm B 600 mm C1 D min. 150 mm 900 - 915 mm H 750 mm I 450 mm L2 900 mm NL B - Klasse 2 subklasse 1 A NL Afmetingen van het apparaat 1 Minimumafstand tot zijwanden of andere ontvlambare materialen. 2 Minimumbreedte inbouwkast (=A). C - Klasse 2 subklasse 1 (Ingebouwd apparaat) Het apparaat moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en volgens de van kracht zijnde normen.
Installatie Afmetingen van het apparaat Plaats van de elektrische aansluitingen en gasaansluitingen. Plaatsing en nivellering Zwaar apparaat Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Plaats eerst de voorste voetjes en daarna de achterste. Voor de stabiliteit is het absoluut noodzakelijk dat het apparaat correct genivelleerd wordt op de ondergrond.
Bevestiging aan de muur met beugels 3. Assembleer de bevestigingsbeugel. NL Installatie Om omvallen van het apparaat te voorkomen, moeten de stabilisatoren worden geïnstalleerd. NL 1. Schroef het plaatje voor de bevestiging aan de muur vast aan de achterzijde van het apparaat. 4. Lijn de onderkant van de haak van de bevestigingsbeugel uit met de onderste rand van het plaatje voor de bevestiging aan de muur. 2. Regel de hoogte van de 4 voetjes.
Installatie 5. Lijn de onderkant van de bevestigingsbeugel uit met de grond en draai de schroeven vast om de afmetingen vast te leggen. 6. Houd tussen de zijkant van het apparaat en de gaten van de beugel 50 mm vrij. 270 7. Plaats de beugel op de muur en markeer de punten waar gaten in de muur moeten worden geboord. 8. Boor de gaten. Zet de beugel met pluggen en schroeven aan de muur vast. 9.
Installatie De bijgeleverde plint is een integrerend deel van het product. Ze moet op het apparaat bevestigd worden voordat het apparaat zelf wordt geïnstalleerd. De bijgeleverde plint is een integrerend deel van het product. Deze moet op het apparaat bevestigd worden voordat het apparaat zelf wordt geïnstalleerd. De onderplint moet steeds correct gepositioneerd en bevestigd worden op het apparaat. 1. Positioneer deze plint onderaan op de voorkant van het apparaat.
Installatie 5.4 Elektrische aansluiting Elektrische spanning Gevaar voor elektrische schok • Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel. • Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. • De aardverbinding van het elektrische systeem is verplicht en moet in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden uitgevoerd. • Schakel de algemene stroomtoevoer uit. • Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
Installatie NL 5.5 Voor de installateur NL • De stekker moet na de installatie toegankelijk blijven. De kabel voor de verbinding met het stroomnet mag niet verbogen of vastgeklemd worden. • Het apparaat moet volgens de installatieschema’s worden geïnstalleerd. • Het schroefdraadelement van de verbinding niet losdraaien of forceren. Daardoor kan dit deel van het apparaat beschadigd raken en wordt de fabrieksgarantie ongeldig. • Controleer alle aansluitingen met water en zeep op gaslekken.
914779124/B