User manual

Gebruik
170
• De toets die overeenkomt met de zone
waarop de pan is geplaatst, licht
automatisch op en wordt
weergegeven. De andere zones kunnen
niet worden aangezet.
Als de automatische pandetectie niet
aanstaat, verschijnt bij het inschakelen van
het apparaat het symbool op het
display van alle kookzones. Om de zones
te activeren, selecteert u ze via het
betreffende display en kiest u het gewenste
vermogensniveau.
Indicatie van pandetectie
Wanneer een zone geactiveerd/
geselecteerd is, wordt door het symbool
op het display aangegeven dat de
pan niet geschikt is.
Het symbool wordt ook weergegeven
als er geen pan aanwezig is of als deze is
verwijderd.
Regeling van de bereidingszone
Nadat er een kookzone is geselecteerd/
geactiveerd:
1. Breng links van de schuifbalk van de te
gebruiken bereidingszone een vinger
aan.
Nu is de waarde van het aangegeven
vermogen gelijk aan .
2. Verplaats de vinger naar links of naar
rechts over de schuifbalk tot het
vermogen is geselecteerd van naar
of schakel de Boosterfunctie in (zie
„Boosterfunctie“).
Het display van de gebruikte
bereidingszone geeft het ingestelde
vermogen aan.
Uitschakeling van de bereidingszone
1. Verplaats de vinger naar links tot aan het
einde van de schuifbalk van de
bereidingszone die u wilt uitschakelen.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
Let op dat u de pannen niet op de
voorste bedieningselementen van
het apparaat plaatst.