User manual

Installatie
238
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
220-240 V 1N~
Driepolige kabel 3 x 2,5 mm².
380-415 V 2N~
Vierpolige kabel 4 x 1,5 mm².
220-240 V 2~
Driepolige kabel 3 x 2,5 mm².
220-240 V 3~
Vierpolige kabel 4 x 1,5 mm².
380-415 V 3N~
Vijfpolige kabel 5 x 1,5 mm².
Vaste aansluiting
Installeer een schakelaar op de
voedingslijn waarmee het apparaat van het
omnipolaire netwerk kan worden
losgekoppeld, met een openingsafstand
tussen de contacten waarmee volledige
afkoppeling mogelijk is in de
omstandigheden van
overspanningscategorie III, in
overeenstemming met de
installatievoorschriften.
Toegang tot het klemmenbord (enkel op
sommige modellen)
Om de voedingskabel te kunnen aansluiten
is toegang tot het klemmenbord op de
achterste plaat vereist:
1. Verwijder de schroeven die het klepje op
de achterste plaat vastzetten.
De waarden verwijzen naar de
diameter van de interne geleider.
De stroomkabels hebben
afmetingen die rekening houden met
de gelijktijdigheidsfactor (conform
de norm EN 60335-2-6).