User manual
Installatie
262
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
• 220-240 V 1N~
Met een driepolige kabel 3 x 1,5 mm².
Vaste aansluiting
Voorzie de voedingslijn van het apparaat
van een meerpolige automatische
schakelaar, met een dergelijke afstand
tussen de contacten dat de volledige
uitschakeling mogelijk is volgens de
overspanningscategorie III, zoals door de
installatienormen wordt voorgeschreven.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen adapters,
wandcontactdozen of verlengsnoeren,
omdat ze oververhitting en brand zouden
kunnen veroorzaken.
5.5 Aanwijzingen voor de
installateur
• De stekker moet na de installatie
bereikbaar blijven. U mag de
voedingskabel niet afknellen of buigen.
• Het apparaat moet worden
geïnstalleerd volgens de
installatieschema’s.
• Probeer de elleboog met schroefdraad
niet van de armatuur te schroeven of te
forceren. U kunt anders dit deel van het
apparaat beschadigen, waardoor de
fabrieksgarantie vervalt.
• Gebruik zeep en water om op
gaslekken op alle aansluitingen te te
controleren. Gebruik GEEN open vlam
wanneer u naar lekken zoekt.
• Draai alle branders apart aan en
daarna allemaal tegelijk om te
controleren of de gasklep, brander en
ontsteking goed werken.
• Draai de branderknoppen naar de
laagste stand en controleer of de vlam
stabiel is voor elke aparte brander en
alle branders samen.
• Als het apparaat niet correct werkt nadat
alle controles zijn uitgevoerd, moet u
contact opnemen met uw lokale erkende
servicecentrum.
• Nadat het apparaat is geïnstalleerd,
moet u de gebruiker uitleggen hoe het
moet worden gebruikt.
De bovenstaande waarden
verwijzen naar de doorsnede van
de interne conductor.
De genoemde voedingskabels
hebben afmetingen die rekening
houden met de
gelijktijdigheidsfactor (conform de
norm EN 60335-2-6).