Gebruik‐ saanwijzing Benutzerin‐ formation Koelkast S4C092F Kühlschrank
INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Installatie Bedieningspaneel Dagelijks gebruik Aanwijzingen en tips 2 4 6 9 10 11 Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Geluiden Technische gegevens Aanwijzingen voor testinstituten 14 15 19 19 20 KLANTENSERVICE EN SERVICE Gebruik altijd originele reserveonderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, serienummer.
• • • • Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze.
• • • • • Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat.
WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Service • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
D3 D1 Afmetingen W1 90 D2 ° W3 A B H1 W2 Totale afmetingen ¹ Benodigde ruimte tijdens gebruik ² H1 mm 873 W1 mm 548 D1 mm 549 ¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zijn exclusief de handgreep en pootjes Benodigde ruimte tijdens gebruik ² H2 (A+B) mm 916 W2 mm 548 D2 mm 551 A mm 880 B mm 36 ² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor vrije circulatie van de koellucht Totale benodigde ruimte in gebru
om de deur te openen tot de minimale hoek waarbij de volledige inhoud kan worden uitgenomen. Locatie Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast. Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
BEDIENINGSPANEEL 1 2 De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt. Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen. FastFreeze -functie 4 1. 2. 3. 4. 3 Temperatuurindicatie LED FastFreeze -lampje FastFreeze toets Temperatuurknop AAN/UIT-toets Inschakelen 1. Steek dan de stekker in het stopcontact. 2. Raak de toets van de temperatuurregelaar aan als alle leds uit zijn. Uitschakelen Blijf de toets van de temperatuurregelaar 3 seconden aanraken.
DAGELIJKS GEBRUIK Het plaatsen van de deurschappen Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. 1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het loskomt. 2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst. Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen.
voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. de producten in het vak legt met de FastFreeze -functie ingeschakeld. Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in alle vakken of laden. Bewaar het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur. De maximale hoeveelheid voedsel dat kan worden ingevroren zonder ander vers voedsel toe te voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt).
• • • • • • plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven. Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden. Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen.
Soort voedsel Houdbaarheid (maanden) Groenten 8 - 10 Restjes zonder vlees 1-2 Zuivelproducten: Boter Zachte kaas (zoals mozzarella) Harde kaas (zoals parmezaanse kaas, cheddar) 6-9 3-4 6 Vis/Zeevruchten: Vette vis (zoals zalm, makreel) Magere vis (zoals kabeljauw, bot) Garnalen Gepelde mosselen en mosselen Gekookte vis 2-3 4-6 12 3-4 1-2 Vlees: Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees Tips voor het koelen van vers voedsel • Een goede temperatuurinstelling die de
• Het is raadzaam om exotische vruchten zoals bananen, mango’s, papaja’s, etc. niet in de koelkast te bewaren. • Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en knoflook mogen niet in de koelkast worden bewaard. • Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen, om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten. • Flessen: afsluiten met een dop en op de flessenplank van de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek.
De vriezer ontdooien LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen in geval van onderbrekingen tijdens de werking.
Wat te doen als ... Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat werd uitge‐ schakeld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact. Neem contact op met een erkend elektrotechnisch in‐ stallateur. Het apparaat is lawaaiig. Het apparaat staat niet sta‐ biel. Controleer of het apparaat stabiel staat.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Deur gaat moeilijk open. U probeerde de deur direct nadat u die sloot opnieuw te openen. Wacht even met de deur openen nadat u die hebt ge‐ sloten. De verlichting werkt niet. De stand-bystand van de verlichting is ingeschakeld. Sluit en open de deur. De lamp is defect. Neem contact op met de dichtstbijzijnde klantenservi‐ ce. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie 'De deur sluiten'. Het deurrubber is vervormd of vuil. Zie 'De deur sluiten'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er stroomt water op de vloer. De smeltwaterafvoer is niet aangesloten op de verdamp‐ schaal boven de compres‐ sor. Sluit de smeltwaterafvoer aan op de verdampschaal. De temperatuur kan niet worden ingesteld. De "FastFreeze functie' is ingeschakeld. Schakel de "FastFreeze functie' handmatig uit of wacht tot de functie automa‐ tisch uitschakelt en stel dan de temperatuur in. Zie "Fast‐ Freeze functie '. De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/te hoog.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting vervangen. Neem contact op met de klantenservice. De deur sluiten 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum. 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het symbool .