User manual

Installatie
173
NL
Vervanging gasmondstukken/regeling
van de lucht
1. Draai de schroef “D” los en duw de
luchtregelaar “C” helemaal in.
2. Verwijder de gasmondstukken “B” met
een steeksleutel en monteer de
gasmondstukken die voor het nieuwe
gastype geschikt zijn, neem daarbij de
aanwijzingen van de desbetreffende
tabellen in acht (zie “Type van gas en
toebehorende landen”).
3. Stel de luchtstroom af door de Venturi-
slang 'C' te verplaatsen tot u de afstand
A”, aangeduid in de desbetreffende
tabel (zie “Type van gas en
toebehorende landen”), heeft verkregen.
4. Hermonteer het apparaat op correcte
wijze als u iedere brander heeft
afgesteld.
Regeling van het minimum voor methaan
of stadsgas
Schakel de brander in en laat hem op de
lage stand branden. Verwijder de knop van
de gaskraan, en handel op de regelschroef
die zich naast het staafje van de kraan
bevindt (afhankelijk van het model) tot een
regelmatige minimum vlam wordt
verkregen.
Plaats de knoppen terug en controleer de
stabiliteit van de vlam van de brander.
Draai de knop snel vanaf de maximum
positie naar de minimum positie: de vlam
zou niet mogen uitgaan. Herhaal deze
handeling voor alle gaskranen.
Het aandraaimoment van het
gasmondstuk mag niet meer dan
3 Nm bedragen.