User manual

Installatie
269
NL
Het schema hieronder toont het
onderaanzicht van het klemmenbord van
de stroomtoevoer, zonder dat kabels zijn
aangesloten. De aansluiting tussen de
klemmen 4 en 5 moet altijd aanwezig zijn.
Vaste aansluiting
Rust de voedingslijn uit met een meerpolige
onderbrekingsinrichting, overeenkomstig de
installatienormen.
De onderbrekingsinrichting dient op een
eenvoudig te bereiken plaats en in de
nabijheid van het apparaat te zijn
aangebracht.
Aansluiting met stekker en stopcontact
(>16A)
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn. Gebruik geen
verloopstekkers, adapters of aftakkingen,
omdat ze oververhitting of brand zouden
kunnen veroorzaken.
Test
Voer na de installatie een korte test uit. Bij
een slechte werking van het apparaat,
terwijl u heeft geconstateerd dat u de
instructies correct heeft uitgevoerd, moet u
het apparaat loskoppelen van het
elektriciteitsnet en het dichtstbijzijnde
Technische Servicecentrum informeren.
5.7 Voor de installateur
• De stekker moet na de installatie
toegankelijk blijven. De kabel voor de
verbinding met het stroomnet mag niet
verbogen of vastgeklemd worden.
• Het apparaat moet volgens de
installatieschema’s worden geïnstalleerd.
• Het schroefdraadelement van de
verbinding niet losdraaien of forceren.
Daardoor kan dit deel van het apparaat
beschadigd raken en wordt de
fabrieksgarantie ongeldig.
• Controleer alle aansluitingen met water
en zeep op gaslekken. Controleer op
eventuele lekkageNIET m.b.v. een vlam.
• Ontsteek de branders eerst een voor
een en dan allemaal tegelijkertijd om de
correcte werking van het gasventiel, de
brander en de ontsteking te
waarborgen.
• Draai de knoppen van de branders op
de minimum stand en observeer of de
vlam van elke brander apart en van alle
branders tegelijkertijd stabiel is.
• In geval het apparaat, na het verrichten
van alle controles, niet correct werkt,
neem dan contact op met het
plaatselijke erkende servicecentrum.
• Na de correcte installatie van het
apparaat wordt u verzocht de gebruiker
te informeren over de correcte
werkwijze.
Doe de kabel achter het meubel
passeren. Let op dat deze niet
tegen de onderkant van de
kookplaat of een eventuele
daaronder ingebouwde oven
komt.
Let op wanneer bijkomende
elektrische apparaten aangesloten
worden. De kabels voor de
aansluiting mogen niet in contact
komen met de warme kookzones.