User manual

Installatie
263
NL
3. Stel de luchtstroom af door de
luchtregelaar B te verplaatsen tot u de
afstand D, aangeduid in de
desbetreffende tabel (zie “Types van
gas en toebehorende landen”), heeft
verkregen.
4. Hermonteer het apparaat op correcte
wijze als u iedere brander heeft
afgesteld.
Regeling van het minimum voor methaan
of stadsgas
1. Schakel de brander in en laat hem op de
lage stand branden.
2. Verwijder de knop van de gaskraan, en
handel op de regelschroef die zich naast
het staafje van de kraan bevindt
(afhankelijk van het model) tot een
regelmatige minimum vlam wordt
verkregen.
3. Monteer de knop opnieuw en controleer
de stabiliteit van de vlam van de
brander.
4. Draai de knop snel vanaf de maximum
positie naar de laagste stand: de vlam
mag niet uitgaan.
5. Herhaal deze handeling voor alle
gaskranen.
Regeling van het minimum voor
vloeibaar gas
Draai de schroef naast het staafje van de
kraan helemaal rechtsom.
Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd
moeilijk draaien en geblokkeerd raken.
Reinig ze van binnen, en vervang het
smeervet.
Na de regeling met een ander gas
dan het gas dat in de fabriek werd
afgesteld moet het etiket voor de
regeling van het gas, dat is
aangebracht op het apparaat,
vervangen worden door het etiket
voor het nieuwe gas. Het etiket
bevindt zich in het zakje van de
sproeiers (indien aanwezig).
Laat de gaskranen door een
gespecialiseerde technicus
smeren.