Inhoudsopgave 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Algemene veiligheidswaarschuwingen Beoogd gebruik Aansprakelijkheid van de fabrikant Deze gebruiksaanwijzing Identificatieplaatje Verwerking Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 2 Beschrijving 2.1 Algemene beschrijving 2.2 Symbolen 2.3 Beschikbare accessoires 3 Gebruik 3.1 Waarschuwingen 3.2 Voorzorgsmaatregelen 3.3 Eerste gebruik 3.4 Het gebruik van de gasbranders 3.5 Gebruik van de inductieplaten 3.6 Speciale functies 3.7 Extra functies 3.8 Gebruikersmenu 3.
Waarschuwingen 1 Waarschuwingen 1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen Persoonlijk letsel • Het apparaat en de bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Raak geen verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat. • Probeer geen vlammen/brand te doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
• • • • • • • • van de kookzones. Plaats geen lege potten of pannen op de ingeschakelde plaat. Gevaar op oververhitting. Vetten en oliën kunnen vlam vatten als ze oververhit raken. Het is aanbevolen bij het apparaat te blijven tijdens de voorbereiding van voedsel dat olie of vet bevat. Als de oliën of vetten vlam zouden vatten, mag geen water gebruikt worden om te blussen. Plaats het deksel op de pan en schakel de kookzone uit. Het kookproces moet altijd bewaakt worden.
Waarschuwingen • • • • • • • • • • • de kookoppervlakken. Gebruik het apparaat nooit om de ruimte te verwarmen. Sproei geen spuitbussen in de nabijheid van de oven. Gebruik geen plastic vaatwerk of houders om voedsel te bereiden. De houders of de grillplaten moeten binnen de omtrek van de kookplaat geplaatst worden. Alle houders moeten een vlakke en regelmatige bodem hebben. In geval van overstroming of overkoken moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden.
• Laat de installatie en technische interventies uitvoeren door gekwalificeerd personeel overeenkomstig de geldende normen. • Laat de gasaansluiting uitvoeren door bevoegd technische personeel. • Het aansluiten met een flexibele buis moet zodanig uitgevoerd worden dat de lengte van de buis niet langer is dan 2 meter bij maximale uitschuiving voor flexibele stalen buizen en 1,5 meter voor rubberen buizen. • De buizen mogen niet in aanraking komen met beweegbare delen, en mogen niet geplet worden.
Waarschuwingen • Het glaskeramische kookoppervlak mag niet als steunvlak gebruikt worden. • Als barsten of scheuren opgemerkt worden, of als het oppervlak van de glaskeramische plaat zou breken, moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden. Schakel de stroom uit en neem contact op met de Technische Dienst.
1.6 Verwerking In overeenstemming met de Europese richtlijn AEEA (2012/19/EU) moet dit apparaat aan het einde van de levensduur gescheiden van het andere vuil verwijderd worden. Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen. Voor de verwijdering van het apparaat: • Snijd de voedingskabel af en verwijder de elektrische kabel en de stekker.
Waarschuwingen 1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor: Waarschuwingen Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten. Beschrijving Beschrijving van het apparaat en de accessoires. Gebruik Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, kooktips. Reiniging en onderhoud Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Beschrijving 2 Beschrijving NL 2.
Beschrijving 90 cm UR* = Ultrasnelle brander SX = Bereidingszone met inductie links DX = Bereidingszone met inductie rechts F = Plaat voor R = Plaat achter C = Zone algemene bedieningen 226
Beschrijving 2.2 Symbolen Bereidingszones op gas Om de branders uit te schakelen, moeten de knoppen op geplaatst worden. Zone achteraan Lijst van de symbolen Zone vooraan On/Off-toets: voor de in- of uitschakeling van de kookplaat. Knoppen branders Toets toetsblokkering: voorkomt dat de bedieningen ongewenst kunnen worden aangeraakt. Toets Grill functie: activeert de grillfunctie Nuttig voor de inschakeling en de regeling van de branders van de kookplaat.
Beschrijving Voordelen van inductiekoken Het apparaat is voorzien van een inductiegenerator voor elke bereidingszone. Elke generator onder het glaskeramische oppervlak heeft een elektromagnetisch veld dat een thermische stroom op de onderkant van de pan veroorzaakt. In de inductiekookzone wordt de warmte niet meer overgedragen, maar direct door inductiestromen binnen de houder gecreëerd.
Beschrijving 2.3 Beschikbare accessoires Reductierooster Wok (enkel op sommige modellen) Nuttig voor het gebruik van een Wok. NL De accessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen. De originele bijgeleverde of optionele accessoires kunnen worden aangevraagd bij erkende servicecentra. Gebruik enkel de originele accessoires van de fabrikant.
Gebruik 3 Gebruik 3.1 Waarschuwingen Incorrect gebruik Gevaar op verbranding • Controleer of de vlamverdelers met de respectievelijke deksels correct in de zittingen gepositioneerd zijn. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen. • Vetten en oliën kunnen vlam vatten bij oververhitting. Wees heel voorzichtig. • Draag hittebestendige handschoenen tijdens het gebruik.
Gebruik • Ontvlambare materialen niet in de buurt van het apparaat of direct onder de kookplaat gebruiken of bewaren. • Gebruik geen dozen, gesloten bakjes, keukengerei en plastic potjes voor de bereiding. • In geval van barsten of scheuren, en indien het apparaat niet kan uitgeschakeld worden, moet de stroomtoevoer uitgeschakeld worden en moet contact met de assistentie worden opgenomen. 3.2 Voorzorgsmaatregelen Lekkend gas kan een explosie veroorzaken.
Gebruik 3.4 Het gebruik van de gasbranders Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het apparaat is voorzien van een elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te drukken en hem linksom te draaien op het symbool van de maximale vlam, tot de brander wordt ingeschakeld. Draai de knop op als de brander niet binnen 15 seconden wordt ontstoken.
Gebruik Reductieroosters Onder de roosters zijn holle, siliconen rubbertjes aanwezig die op de desbetreffende bevestigingspen op de kookplaat moeten worden aangebracht. Het reductierooster moeten op de roosters van het vlak gelegd worden. Controleer dat deze correct gepositioneerd zijn.
Gebruik 3.5 Gebruik van de inductieplaten Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Het gebruik van de inductieplaat gebeurt door middel van sensortoetsen Touch-Control. Raak het symbool op het oppervlak van glaskeramiek lichtjes aan. Elke aanraking wordt bevestigd door een geluidssignaal. Eerste inschakeling Gedurende de eerste aansluiting op het stroomnet wordt een automatische controle uitgevoerd die alle controlelampen enkele seconden doet oplichten.
Gebruik • Een mogelijk vleesrooster moet een maximale afmeting van 36 x 24 cm hebben en in elk geval niet groter zijn dan de zones die aan de bovenkant zijn bedrukt (zie „Tabel van maximaal geabsorbeerd vermogen (uitgedrukt in Watt)“) Als u niet over een magneet beschikt, kunt u in het houder een kleine hoeveelheid water gieten, het op een kookzone plaatsen en de plaat inschakelen. Indien op het display het symbool verschijnt, is de pan niet geschikt.
Gebruik Beperking van de bereidingsduur Advies om energie te besparen De kookplaat is voorzien van een automatisch systeem dat de werkingsduur beperkt. Indien de instellingen van de kookzone niet gewijzigd worden, is de maximale werkingsduur van elke afzonderlijke zone afhankelijk van het geselecteerde vermogensniveau.
Gebruik Het vermogen van de kookzone kan op verschillende niveaus geregeld worden. In de tabel vindt u de aanduidingen met betrekking tot de verschillende types van bereidingen.
Gebruik 2. Verplaats de vinger naar links of naar rechts over de schuifbalk tot het vermogen is geselecteerd van naar of schakel de Boosterfunctie in (zie „Boosterfunctie“). Snelkeuze Met behulp van deze functie kunt u snel het gewenste vermogen van de platen instellen. Nadat u de plaat heeft ingeschakeld en de bereidingszone heeft geselecteerd: 1. Plaats een vinger op het gewenste vermogen van de schuifbalk. Het display van de gebruikte bereidingszone geeft het ingestelde vermogen aan.
Gebruik Nadat u de plaat heeft ingeschakeld en de bereidingszone heeft geselecteerd: 1. Plaats een vinger links van de schuifbalk. De Boosterfunctie kan snel worden geactiveerd. • Schakel de kookplaat in en selecteer de bereidingszone, breng helemaal rechts op de schuifbalk van de te gebruiken bereidingszone een vinger aan. Het display van de gebruikte bereidingszone wordt ingeschakeld: het . 2. Verplaats de vinger naar rechts over de schuifbalk tot de Boosterfunctie is geselecteerd.
Gebruik Multizone-functie Met deze functie kunnen tegelijkertijd twee bereidingszones (voor en achter) worden bediend voor het gebruik van pannen, zoals vispannen of rechthoekige houders. Voor de beide zones worden dezelfde parameters ingesteld. U kunt de Multizone-functie uitsluitend activeren op verticaal verbonden bereidingszones (F en R). Nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld: 1. Plaats tegelijkertijd een vinger op de toetsen van twee verticaal geplaatste bereidingszones.
Gebruik Geschikt voor: 1-2 Voedsel opwarmen, kleine hoeveelheden water aan de kook te houden, sauzen met eidooiers of boter loskloppen. 3-4 Vaste en vloeibare voedingsmiddelen bereiden, water aan de kook houden, diepvriesproducten te ontdooien, omeletten van 23 eieren, fruit- en groentengerechten bereiden, verschillende bereidingen. 5-7 Bereiden van vlees, vis, groenten, gerechten met meer of minder water, bereiding van jam enz.
Gebruik 3.6 Speciale functies De Pauzefunctie deactiveren: Warming functie 1. Houd de toets ingedrukt. Zodra het pauzesymbool wordt ingedrukt, begint deze te knipperen. 2. Druk op een willekeurige toets behalve op de Pauzetoets 3. De pauzefunctie is nu gedeactiveerd en de eerder ingestelde functies worden hersteld. Met deze functie kunt u al bereide gerechten warmhouden of het water aan de kook houden. De Warming functie activeren nadat de kookplaat is geactiveerd: 1. Selecteer een bereidingszone. 2.
Gebruik Op het display van de zone vooraan 3.7 Extra functies verschijnt het symbool Snelle verwarming zone achteraan het symbool wordt weergegeven. De schuifbalk wordt automatisch op niveau 8 ingesteld. (voorverwarmingsfase) Na twee minuten werking zakt het niveau naar niveau 6. Druk op de toets en gebruik de schuifbalk om het vermogensniveau op elk gewenst moment te wijzigen. Toetsblokkering Met deze functie is het mogelijk om alle toetsen van het apparaat uit te schakelen.
Gebruik 2. Selecteer de gewenste tijd door op de toetsen + en - te drukken. • Het eerste cijfer links selecteert de uren, het centrale cijfer de tientallen minuten en het rechter cijfer de minuten. Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, dient u het gedeelte voor het instellen van de timer binnen 3 seconden aan te raken, anders wordt het gedeactiveerd en moet het apparaat opnieuw worden gestart. 3. Na 10 seconden wachttijd begint de timer met aftellen. 4.
Gebruik 4. De bereiding met tijdinstelling start een enkele seconde nadat de laatste selectie is verricht. Aan het einde van de geprogrammeerde tijd hoort de gebruiker een geluidssignaal. 5. Druk op een willekeurige toets om het alarm uit te schakelen. U kunt de timer tot maximaal 9 uur en 59 minuten instellen. De functie kan op meerdere bereidingszones tegelijkertijd worden ingesteld.
Gebruik Functie Kenmerk U0 Totaal maximaal vermogen (Kw) U1 Optie niet selecteerbaar U2 Volume toetsen U3 Volume geluidssignalen U4 Helderheid display U5 Animatie timer U6 Automatische detectie pannen U7 Duur geluidssignaal timer Modellen van 65 en 75 cm: Druk eerst op de knop van de bereidingszone vooraan en vervolgens op de knop van de bereidingszone achteraan. Toegang tot het gebruikersmenu 1. Indien de kookplaat is uitgeschakeld, schakel deze in met de toets On/Off .
op de rechterkant om het vermogen te verhogen. Tabel opgenomen vermogens Model Minimaal vermogen (kW) Maximum vermogen (kW) 90 cm 2,4 7,4 65 cm - 75 cm 2,4 3,7 • Druk op het symbool om terug te keren naar de selectie van de opties. • Druk op de segmenten van de schuifbalk om een optie te selecteren. Elk segment van de schuifbalk komt overeen met een functie in het gebruikersmenu, behalve het tweede segment van links (U1), dat is gedeactiveerd.
Gebruik Met de optie U7 kunt u de duur van het geluidssignaal van de timer regelen op 3 niveaus: • Waarde 0: duur geluidssignaal 120 seconden. • Waarde 1: duur geluidssignaal 10 seconden. • Waarde 2: geluidssignaal gedeactiveerd. Verlaat het gebruikersmenu U kunt het gebruikersmenu op twee manieren verlaten: 1. Druk op de toets . Alle wijzigingen worden niet opgeslagen en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Of 2. Houd de toets On/Off minstens 2 seconden ingedrukt.
Gebruik NL • De diameter van de basis van de pan mag niet groter zijn dan de breedte van de aangegeven bereidingszone. • De pannen mogen niet worden geplaatst buiten de omtrek van de kookplaat en boven de bedieningen aan de voorkant. • Tijdens de aankoop van een pan moet u controleren of de aangeduide diameter de bodem of de bovenkant van het houder betreft, omdat deze laatste bijna altijd groter is dan de bodem.
Reiniging en onderhoud 4 Reiniging en onderhoud 4.2 Reiniging van het apparaat 4.1 Waarschuwingen Om de oppervlakken in goede staat te houden, moeten ze na elk gebruik gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn. Incorrect gebruik Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken • Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv.
Voedselresten of -vlekken Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers zodat de oppervlakken niet worden beschadigd. Gebruik normale en niet-schurende producten, en eventueel houten of plastic gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een microvezeldoek. Laat etensresten op basis van suiker (bijv. marmelade) in het apparaat niet opdrogen, dit kan het email binnenin aantasten.
Reiniging en onderhoud Vlamverdelers en deksels 4.3 Oplossingen voor problemen… De deksels en de vlamverdelers kunnen verwijderd worden om de reiniging te vergemakkelijken. Reinig deze delen met behulp van heet water en een niet-schurend reinigingsmiddel. Verwijder zorgvuldig alle afzettingen en wacht tot alles perfect droog is. Monteer de vlamverdelers weer, en controleer of ze correct gepositioneerd zijn in de zittingen met de respectievelijke deksels.
Installatie 5 Installatie Afmetingen van het apparaat (mm) 5.1 Veiligheidswaarschuwingen Plaats van de elektrische aansluitingen en gasaansluitingen. (onderaanzicht) Warmteontwikkeling tijdens werking van het apparaat Brandgevaar • Controleer of het materiaal van het meubel brandbestendig is. • Controleer of het meubel voorzien is van de vereiste openingen.
Installatie 5.2 Insnijding van het werkblad Vlakke inbouw De volgende ingreep vergt metselen/of timmerwerk, en moet dus uitgevoerd worden door een bevoegd technicus. De installatie kan uitgevoerd worden op structuren van verschillende materialen, zoals metselwerk, metaal, massief hout en met kunststof gelamineerd hout, mits het hittebestendig is (>90°C). Maak een opening met de aangeduide afmetingen in het werkblad van het meubel (mm). L 650 750 900 A min. 200 B min. 460 C min. 750 D 40÷60 E min.
Installatie Afmetingen opliggende installatie (mm) 1 = Gasaansluiting 2 = Elektrische aansluiting 1 = Gasaansluiting 2 = Elektrische aansluiting NL Afmetingen vlakke inbouw (mm) A 654 754 904 B 93 66 75 C 35 35 35 D 69 69 70 E 85 53 112 F 46 16 29 Opliggende installatie Maak een opening met de aangeduide afmetingen in het werkblad van het meubel (mm). L 650 750 900 X Y 555 ÷ 560 482 ÷ 486 719 ÷ 724 482 ÷ 486 839 ÷ 844 482 ÷ 486 L 650 750 900 A 35 35 35 B 93 66 75 C 69 69 70 D 85 53 112 5.
Installatie Bij installatie boven een oven moet een tussenruimte worden gelaten tussen de onderkant van de kookplaat en de bovenzijde van het onderaan geplaatste apparaat. De dubbele bodem mag alleen met geschikt gereedschap worden verwijderd. 150 x 150 (mm) nodig voor de gasaansluiting met opening onderaan met opening onderaan met opening onderaan en achteraan Wanneer de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd, moet deze voorzien worden van een ventilator voor de koeling.
Installatie Bevestigingsklemmen Om de bevestiging en een optimale centrering te garanderen, moeten de bijgeleverde klemmen geplaatst worden: 1. Plaats de klemmen horizontaal en met een lichte druk in de daarvoor bestemde gleuf. NL 75 cm 2. Draai ze vervolgens naar boven zodat ze definitief geklemd worden. 90 cm Ventilatie Positie opening voor klemmen (onderaanzicht) Hieronder worden twee juiste installaties met voldoende ventilatie en een verkeerde installatie getoond.
Installatie Algemene informatie De aansluiting op het gasnet kan uitgevoerd worden met een vaste koperen buis of met een flexibele stalen slang op een doorlopende wand volgens de voorschriften van de van kracht zijnde norm. Raadpleeg voor de voeding met andere gastypes het hoofdstuk „5.5 Aanpassing aan de verschillende gastypes“. De gasaansluiting heeft een extern schroefdraad ½” (ISO 228-1). Aansluiting met een flexibele stalen slang met conische verbinding 5.
Aansluiting met een flexibele stalen slang Ventilatie van de vertrekken Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op de gasaansluiting 1 van het apparaat, en breng de pakking 2 ertussen aan. Het apparaat mag enkel in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door de toepasselijke normen.
Installatie Na de handeling moet de installateur een conformiteitsverklaring afgeven. 5.5 Aanpassing aan de verschillende gastypes Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de gasmondstukken op de branders vervangen worden en moet de primaire lucht geregeld worden. Voor de vervanging van de sproeiers en de afstelling van de branders moet de plaat verwijderd worden. Om de gasmondstukken te kunnen vervangen moet het apparaat uit het inbouwmeubel worden verwijderd.
Installatie 2. Verwijder de roosters van de plaat. 4. Verwijder de bevestigingsschroeven van de plaat en de relatieve plaatjes van elke zone van de branders. NL 3. Verwijder de vlamverdelers en de deksels. Draai de moer die het thermokoppel aan de plaat bevestigd (CH8) los als de URbrander aanwezig is. Onder de plaatjes kunnen ter hoogte van de vonkontsteker en het thermokoppel pakkingen zijn aangebracht. Let goed op.
Installatie 5. Draai de 6 schroeven los waarmee de glazen plaat is vastgezet aan de bekleding (zie de onderstaande afbeeldingen om de positie ervan vast te stellen). 6. Verwijder de glazen plaat. (onderaanzicht) Vervanging van de gasmondstukken 65 cm 75 cm 90 cm 262 1. Draai de schroef A los en duw de luchtregelaar B helemaal in. 2.
Installatie Regeling van het minimum voor methaan of stadsgas 1. Schakel de brander in en laat hem op de lage stand branden. 2. Verwijder de knop van de gaskraan, en handel op de regelschroef die zich naast het staafje van de kraan bevindt (afhankelijk van het model) tot een regelmatige minimum vlam wordt verkregen. 3. Monteer de knop opnieuw en controleer de stabiliteit van de vlam van de brander. 4. Draai de knop snel vanaf de maximum positie naar de laagste stand: de vlam mag niet uitgaan. 5.
Installatie Hermontage van de plaat Hermonteer de plaat als volgt als de gasmondstukken zijn vervangen: 1. Plaats de glazen plaat op de bescherming. Gebruik daarbij de gasbranders als referentie. 2. Breng voor elke brander de pakkingen aan ter hoogte van de vonkontsteker en het thermokoppel. 3. Breng de plaatjes weer aan op de desbetreffende branders en zet ze vast met de 3 schroeven (per brander) die eerder zijn verwijderd. 4. Draai, indien aanwezig, de moer aan op de vonkontsteker van de UR-brander. 5.
Installatie Types van gas en toebehorende landen IT GB-IE FR-BE DE AT NL ES 1 Methaan G20 G20 20 mbar • G20/25 20/25 mbar 2 Methaan G20 G20 25 mbar 3 Methaan G25 G25 25 mbar G25.3 25 mbar 4 Methaan G25.1 G25.1 25 mbar 5 Methaan G25 G25 20 mbar 6 Methaan G2.350 G2.
Installatie Tabel kenmerken branders en sproeiers 1 Methaangas G20 - 20 mbar Nominaal thermisch vermogen (kW) Diameter sproeier (1/100 mm) Gereduceerd vermogen (W) Primaire lucht (mm) 2 Methaangas G20 - 25 mbar Nominaal thermisch vermogen (kW) Diameter sproeier (1/100 mm) Gereduceerd vermogen (W) Primaire lucht (mm) 3 Methaan G25/G25.3 - 25 mbar Nominaal thermisch vermogen (kW) Diameter sproeier (1/100 mm) Gereduceerd vermogen (W) Primaire lucht (mm) 4 Methaangas G25.
Installatie Vloeibaar gas G30/31 - 30/37 mbar AUX R UR UR* Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.0 3.1 3.3 6.0 Diameter sproeier (1/100 mm) 48 85 87 115 Gereduceerd vermogen (W) 400 1100 1800 1800 Primaire lucht (mm) 1.5 2 1.5 12 Nominaal vermogen G30 (g/h) 73 225 240 436 Nominaal vermogen G31 (g/h) 71 221 236 429 8 Vloeibaar gas G30/31 - 37 mbar AUX R UR UR* Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.1 3.1 3.3 6.
Installatie 5.6 Elektrische aansluiting Elektrische spanning Gevaar voor elektrische schok • Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel. • Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. • De aardverbinding van het elektrische systeem is verplicht en moet in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden uitgevoerd. • Schakel de algemene stroomtoevoer uit. • Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
Installatie Het schema hieronder toont het onderaanzicht van het klemmenbord van de stroomtoevoer, zonder dat kabels zijn aangesloten. De aansluiting tussen de klemmen 4 en 5 moet altijd aanwezig zijn. Test Voer na de installatie een korte test uit. Bij een slechte werking van het apparaat, terwijl u heeft geconstateerd dat u de instructies correct heeft uitgevoerd, moet u het apparaat loskoppelen van het elektriciteitsnet en het dichtstbijzijnde Technische Servicecentrum informeren.