User manual

Instructies voor de installateur
43
2.6 Gasaansluiting
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre koperbuis
of met een flexibele buis met doorgaande wand en in overeenstemming
met de voorschriften van de normen. Controleer na de handeling met
behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of de afdichting
perfect is. De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L) met
een druk van 25 mbar. Voor voeding met andere types gas zie Hoofdstuk
“3 REGELING VAN HET GAS ”. Het verbindingsstuk heeft een externe
schroefdraad van ½” gas (ISO 7-1).
Aansluiting met starre koperbuis: de
aansluiting op het gasnet moet zodanig
geschieden dat het geen belastingen van welke
aard dan ook op het apparaat veroorzaakt. De
aansluiting kan gebeuren met een adapter D
met biconus, waarbij altijd de bijgeleverde
pakking C ertussen moet worden aangebracht.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de geldende
voorschriften en zet altijd tussen het
verbindingsstuk A en de flexibele buis E de
geleverde pakking C.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik uitsluitend flexibele
buisen volgens de geldende voorschriften (
op de buis moet
het opschrift AGREE AGB/BGV leesbaar zijn
) en zet altijd
tussen het verbindingsstuk A en de flexibele buis D een
geschikte adaptor C. De adaptor C moet voorzien zijn van een
interne cilindrische leiddraad (ISO 228-
1) aan het uiteinde
zodat deze met het apparaat aangesloten kant worden en een
externe kegelvormige leiddraad (ISO 7-1) aan het uiteinde om
aan de buis te sluiten. Altijd de geleverde pakking B tussen
het verbindingsstuk
A
en de adaptor
C
zetten.
het buizenstelsel niet langer is dan 2 meter maximaal; zorg ervoor dat de
buizen niet in aanraking komen met
2.7 Aansluiting op vloeibaar gas
van de normen. Verge
acht neemt die worden aangegeven in de tabel in paragraaf “3.2
Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers ”.