User manual

52
52 / NL
Gebruik
8. Leg gevogelte op een omgekeerd bord zodat
het vocht kan weglopen.
9. Wikkel brood in een papieren servet, zodat het
niet teveel uitdroogt.
10. Draai het voedsel om als de oven een
geluidssignaal geeft en er op DSP1 het woord
verschijnt .
11. Haal het diepgevroren voedsel uit de
verpakking en vergeet hierbij niet eventuele
metalen haakjes te verwijderen. Als de verpakking
om voedsel in de diepvriezer te bewaren ook voor
opwarmen en bereiden kan dienen, verwijder dan
alleen het deksel. Leg in de overige gevallen het
voedsel in schalen die geschikt zijn voor
magnetronovens.
12. Gooi het vocht, voornamelijk dat van
gevogelte, na het ontdooien weg en laat het in
geen geval in aanraking komen met het overige
voedsel.
13. Let erop dat bij het automatische ontdooien er
een doorwarmtijd nodig is tot het voedsel volledig
is ontdooid.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de
verschillende ontdooi- en doorwarmtijden (zodat
het voedsel een gelijkmatige temperatuur
krijgt).naargelang van het soort voedsel, het
gewicht en bijbehorende aanbevelingen.
Voedsel
Gewicht (g)
Ontdooitijd (min)
Doorwarmtijd
(min)
Aanwijzingen
Stukken vlees,
kalfs-, runds- en
varkensvlees
100
2-3
5-10
1 x omkeren
200
4-5
5-10
1 x omkeren
500
10-12
10-15
2 x omkeren
1000
21-23
20-30
2 x omkeren
1500
32-34
20-30
2 x omkeren
2000
43-45
25-35
3 x omkeren
Stoofvlees
500
8 -10
10-15
2 x omkeren
1000
17-19
20-30
3 x omkeren
Gehakt vlees
100
2-4
10-15
2 x omkeren
500
10-14
20-30
3 x omkeren
Worst
200
4-6
10-15
1 x omkeren
500
9-12
15-20
2 x omkeren
Gevogelte (stukken)
Kip
Hoen
Visfilets
Forel
Garnalen
250
5-6
5-10
1 x omkeren
1000
20-24
20-30
2 x omkeren
2500
38-42
25-35
3 x omkeren
200
4-5
5-10
1 x omkeren
250
5-6
5-10
1 x omkeren
100
2-3
5-10
1 x omkeren
500
8-11
15-20
2 x omkeren
Fruit
200
4-5
5-10
1 x omkeren
300
8-9
5-10
1 x omkeren
500
11-14
10-20
2 x omkeren
Brood
200
4-5
5-10
1 x omkeren
500
10-12
10-15
1 x omkeren
800
15-17
10-20
2 x omkeren
Boter
250
8-10
10-15
Kwark
250
6-8
10-15
Room
250
7-8
10-15