User manual

Gebruiksaanwijzingen
24
6. Oplossingen voor storingen tijdens de
werking
De vaatwasser is uitgerust met een auto-diagnose systeem dat een vooraf
geprogrammeerde reeks van mogelijke storingen van de vaatwasser kan
opsporen en signaleren.
TABEL VAN DOOR HET AUTO DIAGNOSE SYSTEEM GECONSTATEERDE
STORINGEN
STORING BESCHRIJVING
Error 01
De overstromingsbeveiliging (indien aanwezig) is in werking getreden.
Error 02
Het systeem dat het waterniveau in de vaatwasser beperkt heeft
ingegrepen.
Error 03
De machine verwarmt het water niet.
Error 04
De temepratuursonde is niet aangesloten.
Error 05
De vaatwasser vult zich niet met water.
Error 06
De machine pompt het water niet uit de kuip.
Error 07
De vaatwasser is niet in staat om de heoveelheid ingenomen water precies
te Meten.
Error 08
Afwijking in het watterdistributiesysteem van de korven.
Error 09
Afwijking aan het watervulsysteem.
Error 11
Was motor pomp werkt niet
De machine onderbreekt het lopende programma en geeft de storing aan als een
alarmsituatie optreedt.
De alarmen E1 en E11 vereisen de ingreep van de technische servicedienst van
de klantenservice.
Het alarm E7 wordt aan het einde van de cyclus weergegeven. De cyclus wordt
hoe dan ook afgerond aangezien de werking van de vaatwasser niet wordt
benadeeld.
Ga als volgt te werk bij alle andere alarmen: onderbreek het lopende programma en
schakel de vaatwasser uit. Schakel de vaatwasser weer in, programmeer deze
opnieuw en start een nieuwe wascyclus.
Neem contact op met de technische servicedienst als het probleem niet
verholpen kan worden.
De contactgegevens van de technische servicedienst kunt u vinden op het
garantiebewijs en op de website.
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder mededeling wijzigingen te
verrichten die nodig geacht worden om de producten te verbeteren.