User manual
Gebruik
122
Lawaai tijdens de werking
De koeling van de wijnkoelkast vindt plaats
door middel van een compressiesysteem.
De compressor treedt in werking om de
geselecteerde temperatuur in de ruimte te
handhaven en kan, afhankelijk van de
noodzakelijke koeling, continu werken.
Wanneer de compressor in werking wordt
gesteld, wordt een gezoem geproduceerd
dat na enkele minuten langzaam aan
afneemt.
Ander geluid dat normaal is tijdens de
werking van het toestel, is het geklater van
koelmiddel dat in de leidingen van het
circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en
duidt niet op een slechte werking van de
machine.
Uitschakelen
Indien het apparaat lang niet zal gebruikt
worden, wordt aanbevolen om het uit te
schakelen.
1. Houd de toets ON/OFF op het
bedieningspaneel een enkele seconde
lang ingedrukt tot het apparaat is
uitgeschakeld.
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Haal de wijnkoelkast leeg.
4. Neem eventueel resterende vochtigheid
op met behulp van een zachte doek.
5. Laat de deur op een kier staan om te
vermijden dat door vocht en stilstaande
lucht nare geuren ontstaan.
3.7 Alarmen
Elk alarm gaat gepaard met een bericht dat
op het display knippert, de inschakeling van
de alarmtoets en een geluidssignaal.
Het display blijft knipperen tot de
alarmstatus is beëindigd.
• Druk op de alarmtoets om het
alarm uit te schakelen.
Temperatuuralarm
Het kan gebeuren dat de temperatuur op
het display gaat knipperen. Dit betekent dat
de temperatuur in de wijnkoelkast te laag of
te hoog is ten opzichte van de ingestelde
temperatuur.
Dit kan zich voordoen:
• bij de eerste inschakeling van het
apparaat;
• als er een veel hogere of lagere
temperatuur wordt ingesteld dan de
vorige keer;
• als de wijnkoelkast gevuld wordt met
veel flessen op kamertemperatuur;
• als er een langdurige stroomstoring is.
De alarmen grijpen in om de wijn
te beschermen tegen temperaturen
die de kwaliteit ervan kunnen
aantasten.