Inhoudsopgave 1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ______________ 63 2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT ________________________ 65 3. REGELING VAN HET GAS ________________________________ 68 4. LAATSTE HANDELINGEN_________________________________ 70 5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN _____________________ 71 6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ___________________________ 77 7. GEBRUIK VAN DE OVENS ________________________________ 79 8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES ___________________________ 80 9.
Presentatie 1. VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN.
Presentatie DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR BINNEN IN DE OPBERGRUIMTE VAN HET VOEDSEL GEPLAATST. DEZE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD. HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET AANRAAKT. DIT APPARAAT MAG NIET OP EEN VERHOOGD PLATFORM WORDEN GEÏNSTALLEERD. ZET GEEN PANNEN MET EEN ONREGELMATIGE OF RUWE BODEM OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
Instructies Voor de Installateur 2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de geldende normen. Dit apparaat is voorzien van een brandbeveiliging (type Y) en mag tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad. 2.
Instructies Voor de Installateur 2.2 Ventilatie van de ruimten Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in voortdurend geventileerde vertrekken, zoals voorzien door de geldende normen. In het vertrek waar het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht toe kunnen vloeien als nodig is voor een correcte verbranding van het gas en voor de nodige luchtverversing in het vertrek zelf.
Instructies Voor de Installateur 2.4.1 Aansluiting op vloeibaar gas Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften van de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers”. X X X X 2.4.
Instructies Voor de Installateur 3. REGELING VAN HET GAS Alvorens reiniging of onderhoud te gaan plegen moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden. 3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten De kookplaat van het fornuis is getest met methaangas G 20 op een druk van 20 mbar. Als hij moet op andere gassoorten werken, moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld.
Instructies Voor de Installateur 3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van 25 mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld. Brander Hulpbrander Halfsnelle Snel Drievoudige krans Brander Hulpbrander Halfsnelle Snel Drievoudige krans Brander Hulpbrander Halfsnelle Snel Drievoudige krans Nominaal warmtevermogen (kW) 1.05 2.15 3.0 3.6 Nominaal warmtevermogen (kW) 1.05 1.8 3.0 3.
Instructies Voor de Installateur 4. LAATSTE HANDELINGEN Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de kapjes van de branders en de roosters worden teruggeplaatst. Na instelling met een andere gassoort dan bij de keuring is gebruikt, moet het etiket van het ingestelde gas dat op het apparaat aangebracht is, worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe gassoort. 4.1 Instelling van het minimum voor methaangas Ontsteek de brander en zet hem op de minimum stand .
Instructies Voor de Gebruiker 5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN 5.1 Het frontpaneel Alle bedieningen en controles van het fornuis zitten bij elkaar op de voorzijde. Na een stroomuitval of bij de ingebruikneming van de met een analoge digitale timer uitgeruste modellen moet u de middelste toets 1 / 2 sec. lang ingedrukt houden om de oven voor het koken klaar te maken.
Instructies Voor de Gebruiker THERMOSTAATKNOP De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met de klok mee op de gewenste temperatuur te draaien, tussen 50° en 250°C. Als het controlelampje gaat branden, wil dat zeggen dat de oven wordt opgewarmd. Als het lampje uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat de temperatuur in de oven constant op het ingestelde niveau gehouden wordt.
Instructies Voor de Gebruiker 5.2 Analoge elektronische klok (alleen op bepaalde modellen) LIJST VAN FUNCTIES DRUKKNOP KOOKWEKKER DRUKKNOP EINDE KOOKTIJD INSTELLEN VAN DE TIJD EN RESET DRUKKNOP WAARDEAFNAME DRUKKNOP WAARDETOENAME 5.2.1 Instellen van de juiste tijd Bij de eerste ingebruikneming van de oven, of na een stroomuitval, zal de display met regelmatige tussenpozen knipperen.
Instructies Voor de Gebruiker indrukken van een willekeurige toets. 5.2.2 Kookwekker Deze functie zal het koken niet onderbreken maar uitsluitend het geluidssignaal doen afgaan. indrukt zal de display worden Als u toets verlicht en eruit zien als in fig. 1; U moet binnen 6/7 seconden de toetsen of indrukken om de timer van de kookwekker in te stellen. Bij elke druk zal 1 extern segment dat 1 kookminuut weergeeft oplichten of uitgaan. (in figuur 2 ziet u een kooktijd van 10 1 minuten afgebeeld).
Instructies Voor de Gebruiker 5.2.3 Programmering Duur van de kooktijd: met de 2° drukknop kunt u de duur van de kooktijd instellen. Alvorens deze in te stellen moet u de thermostaat op de voor het koken gewenste temperatuur en de functiekeuzeknop in een willekeurige stand zetten. Om de duur van de kooktijd in te stellen moet u als volgt te werk gaan: - Houd toets 1 tot 2 seconden lang ingedrukt; de wijzer zal op 12 uur gaan staan (Fig. 1). Met de drukknoppen en kunt u de duur van de kooktijd instellen.
Instructies Voor de Gebruiker Begin van het koken: u kunt, naast de duur van de kooktijd, ook het starttijdstip van het koken instellen (met een uitstel van maximaal 12 uur ten opzichte van de juiste tijd). Om het begin- of eindtijdstip van de kooktijd in te stellen moet u als volgt te werk gaan: Stel de duur van de kooktijd in, zoals beschreven in de voorgaande paragraaf.
Instructies Voor de Gebruiker 6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT 6.1 Ontsteken van de branders op de plaat Controleer voordat u de branders van de kookplaat aansteekt of de vlamverdelerkransen goed op hun plaats zitten en de kapjes aanwezig zijn. Let erop of de gaten A van de vlamverdelers corresponderen met de bougies en de thermo-elementen. Het bijgeleverde rooster B moet worden gebruikt voor wokken (Chinese pan). Ter hoogte van elke knop is de bijbehorende brander aangegeven.
Instructies Voor de Gebruiker 6.2 Praktische wenken voor het gebruik van de branders van de plaat Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik: gebruik pannen met een deksel, met de juiste afmetingen in verhouding tot de brander, om te vermijden dat de vlam de zijkanten raakt (zie paragraaf “6.3 Diameter van de pannen”). Verklein de vlam op het moment van koken zoveel als nodig is om te voorkomen dat de vloeistof overkookt.
Instructies Voor de Gebruiker 7. GEBRUIK VAN DE OVENS 7.1 Verwittigingen en algemene raadgevingen Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt , is het aangeraden de oven te verwarmen op zijn maximum temperatuur (250°C) gedurende voldoende tijd om eventuele olieachtige fabricatieresten te verbranden die een onaangename geur aan de gerechten zouden kunnen geven.
Instructies Voor de Gebruiker 8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES De hoofdoven heeft 4 richels voor plaatsing van schalen en roosters op verschillende hoogten en een bovenbescherming. De hulpoven heeft 2 richels. Grill in roestvrij staal: voor de bereiding van gerechten in schotels, taarten van kleine omvang, gebraden en gerechten die een delicaat grillen vereisen. Rooster voor ovenschaal: kan boven op een ovenschaal worden gelegd voor het bereiden van voedsel dat vloeistof kan verliezen.
Instructies Voor de Gebruiker 9. ADVIEZEN VOOR DE BEREIDING Bedek, tijdens het koken, de bodem van de oven niet met aluminiumfolie of vergelijkbare materialen en plaats er geen pannen of ovenschotels op om beschadigingen van het email te voorkomen. Bij gebruik van ovenpapier moet u ervoor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er niet door wordt beïnvloed.
Instructies Voor de Gebruiker 9.2 Grillen met warme lucht SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES SCHAKELAAR THERMOSTAAT TUSSEN 50 - 230°C MET KEUZE VARIABELE GRILL NAAR KEUZE TUSSEN MIN. EN MAX. Maakt een gelijkmatige verdeling van de warmte en een beteren penetratie in de diepte mogelijk. Het voedsel krijgt een lichtbruin korstje, terwijl het binnenste zacht blijft. De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven. De verwarmingstijd mag niet langer zijn dan 60 minuten.
Instructies Voor de Gebruiker 9.3 Ontdooien SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES De luchtverplaatsing op omgevingstemperatuur zorgt voor snelle ontdooiing van het voedsel. Het ontvriezen op kamertemperatuur biedt het voordeel dat de smaak en het uitzicht van de voedingswaren niet gewijzigd wordt. 9.
Instructies Voor de Gebruiker 9.5 Bereidingen met variabele grill SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES SCHAKELAAR MAXIMUM THERMOSTAAT OP VARIABELE GRILL NAAR KEUZE TUSSEN MIN. EN MAX. Met dit type bereiding kan het vermogen van de grill worden gewijzigd in overeenstemming met de hoeveelheden voedsel die bereid moeten worden. Draai de thermostaatknop op de gewenste stand.De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Instructies Voor de Gebruiker 9.6 Bereiding aan het spit SCHAKELKNOP SELECTIE FUNCTIES SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 250°C SCHAKELAAR THERMOSTAAT MET KEUZE TUSSEN 50 - 230°C VARIABELE GRILL NAAR KEUZE TUSSEN MIN. EN MAX. Dit type bereiding is alleen voorzien voor de hoofdoven. Het wordt geadviseerd hiervan gebruik te maken voor kleine stukken. Het spit voor het braadstuk voorbereiden door de vijzen A van de vorken vast te zetten.
Instructies Voor de Gebruiker 10. REINIGING EN ONDERHOUD Voor alle werkzaamheden moet de elektrische voeding van het apparaat worden uitgeschakeld. Belangrijk: richt geen waterstralen rechtstreeks op het apparaat; gebruik geen hogedrukspuiten. 10.1 Reiniging van het roestvrij staal Om het roestvrij staal in goede conditie te houden, moet het regelmatig na elk gebruik worden schoongemaakt, nadat de oven is afgekoeld.
Instructies Voor de Gebruiker 10.2.1 De roosters Haal de roosters weg en maak hen schoon in lauw water en een nietschurend reinigingsmiddel, en let erop dat alle aankoekingen worden verwijderd. Plaats de roosters terug op de kookplaat. 10.2.2 De kapjes en vlamverdelerkransen De kapjes en de vlamverdelerkransen kunnen worden weggehaald om hen gemakkelijk schoon te maken; was hen af met warm water en een niet-schurend reinigingsmiddel.
Instructies Voor de Gebruiker 10.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen Om alle voedselresten en onprettige luchtjes uit de binnenkant van de oven te verwijderen wordt het aanbevolen om van tijd tot tijd het apparaat 30 tot 60 minuten lang leeg te laten werken op een temperatuur van minimaal 200°C. Dit zal de zelfreinigende panelen in staat stellen om de aanwezige resten te verbranden die, als de oven is afgekoeld, met een vochtige spons kunnen worden verwijderd. 10.3.
Instructies Voor de Gebruiker 11. BUITENGEWOON ONDERHOUD De ovens behoeven op gezette tijdens kleine onderhoudswerkzaamheden of vervanging van aan slijtage onderhevige onderdelen, zoals pakkingen, lampjes, enz.. Hier volgen de specifieke instructies voor deze types ingrepen. Voor alle werkzaamheden moet de elektrische voeding van het apparaat worden uitgeschakeld. 11.
Instructies Voor de Gebruiker 11.2 Demontage van de deur Open de deur volledig en steek de (geleverde) pinnen in de gaten aan de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van circa 45°, til hem op en trek hem uit zijn behuizing. Om hem weer terug te monteren moet u de scharnieren in de speciale gleuven laten vallen, de deur laten zakken en de pinnen weghalen. Wanneer de pinnen zijn zoekgeraakt kunt u ook twee schroevendraaiers gebruiken. 11.