Operation Manual

Aanwijzingen voor de gebruiker
6.2 Praktisch advies voor het gebruik van de branders van de
kookplaat
Voor een optimaal rendement van de branders en een minimaal
gasverbruik moeten recipiënten gebruikt worden met een platte bodem
en met een deksel, en die geschikt zijn voor de brander, om te
voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (raadpleeg de paragraaf
“6.3 Diameter van de recipiënten”). Op het moment dat de vloeistof aan
de kook raakt moet u de vlam zover verminderen dat hij niet overkookt.
Om brandwonden te vermijden en schade aan de kookplaat te
voorkomen, moeten tijdens de bereiding alle recipiënten en
vleesroosters binnen de omtrek van de kookplaat blijven. Alle recipiënten
moet een vlakke en regelmatige bodem hebben. Wanneer olies of vetten
worden gebruikt, moet goed opgelet worden dat ze bij het heet worden
niet gaan branden. Wanneer de vlam toevallig uitgaat, moet de
bedieningsknop gesloten worden en moet minstens 1 minuut gewacht
worden voordat een nieuwe aanschakeling geprobeerd wordt.
6.3 Diameter van de recipiënten
BRANDERS
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle
3 Snel
4 Zeer snel
5 Viszone
Ø min. en max.
(in cm)
12-14
16-20
18-26
20-26
speciale ovale
vispannen
89