User manual
Reiniging en onderhoud
174
De kwaliteit van de sealnaad is
onvoldoende:
• De gekozen sealsterkte is niet geschikt
voor het type zak dat gebruikt wordt.
Herhaal het vacumeren met een hogere
sealsterkte.
• Verschillende sealmomenten te dicht na
elkaar. Wacht minstens 2 minuten tussen
een sealmoment en het volgende. De
sealbalk moet eerst kunnen afkoelen.
• D e z a k i s g r o t e r d a n d e s e a l b a l k .
Neem een zak in de juiste maat.
• De rand van de zak is niet correct
geplaatst.
Plaats de rand van de zak in het midden
t.o.v. de sealbalk. De rand van de zak
moet minstens 2 cm van de sealbalk
uitsteken.
• De rand van de zak is vuil.
Bij het vullen van de zak, blijft de rand
het beste schoon wanneer u deze naar
buiten vouwt.
• De sealbalk is vuil.
Maak de sealbalk schoon zoals
beschreven in hoofdstuk „Reiniging van
de sealbalk”.
• De sealbalk of het rubber zijn
beschadigd.
Neem contact op met de technische
dienst.
• Het rubber van de sealbalk is
onregelmatig.
Maak het rubber van de selabalk glad.
Het lampje knippert:
• E r i s t e v e e l v o c h t i n d e p o m p a a n w e z i g .
Start het ontvochtigingsprogramma.
Het lampje brandt en het apparaat
geeft tijdens de werking een alarmsignaal af:
• Het vacumeren is niet gestart of het
deksel is niet gesloten.
Druk zachtjes op het glazen deksel om
het vacumeren te starten.
• De pakking van het glazen deksel is
bevuild.
Maak de pakking en de binnenkamer
met een zachte vochtige doek schoon
en droog alles zorgvuldig af.
• De pakking van het glazen deksel is
gebroken.
Neem contact op met de technische
dienst.
• De beveiliging zorgt ervoor dat de
pomp niet wordt ingeschakeld.
In het onderste deel rechts van het
apparaat zijn 2 knoppen aanwezig voor
het resetten van de beveiliging. Houd de
2 k n o p p en i n g e d r uk t .
Bij herhaling van het defect, neem
contact op met de technische dienst.