Inhoudsopgave 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 Algemene veiligheidswaarschuwingen Beoogd gebruik Aansprakelijkheid van de fabrikant Deze gebruiksaanwijzing Identificatieplaatje Verwerking Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 2 Beschrijving 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Algemene beschrijving Kookplaat Bedieningspaneel Andere onderdelen Beschikbare accessoires 3 Gebruik 3.1 Waarschuwingen 3.2 Eerste gebruik 3.3 Gebruik van de accessoires 3.4 Het gebruik van de kookplaat 3.5 Het gebruik van de oven 3.
Inhoudsopgave 5 Installatie 5.1 5.2 5.3 5.4 5.
1 Waarschuwingen 1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen Persoonlijk letsel • Het apparaat en de bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Raak geen verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte. • Probeer geen vlammen/brand te doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
Waarschuwingen • Het kookproces moet altijd bewaakt worden. Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden. • Tijdens het gebruik geen metalen voorwerpen zoals vaatwerk of bestek op het oppervlak van de kookplaat plaatsen omdat deze oververhit zouden kunnen raken. • Plaats geen metalen en puntige voorwerpen (bestek of gereedschappen) in de spleten van het apparaat. • Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen. • Houd de deur dicht tijdens de bereiding.
Beschadiging van het apparaat • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes). • Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen. • Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot ze niet verder kunnen. De mechanische veiligheidsblokkeringen die de verwijdering van de roosters voorkomen moeten naar beneden en naar de achterzijde van de ovenruimte gericht zijn. • Ga niet op het apparaat zitten.
Waarschuwingen • In geval van overstroming of overkoken moet de vloeistof onmiddellijk van de kookplaat verwijderd worden. • Geen zure stoffen zoals citroensap of azijn op de kookplaat morsen. • Plaats geen lege potten of pannen op ingeschakelde kookzones. • Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger. • Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv.
Waarschuwingen Voor dit apparaat • Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat de lamp wordt vervangen. • Ga niet steunen of zitten op de geopende deur van het apparaat. • Controleer of er geen voorwerpen in de deur vastzitten. 1.2 Beoogd gebruik • Dit apparaat is bedoeld om thuis voedsel te bereiden. Elk ander gebruik is oneigenlijk. • Het apparaat is niet ontworpen om te functioneren met externe kookwekkers of afstandsbedieningssystemen. 1.
Waarschuwingen 1.4 Deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en moet gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig vóór installatie. 1.5 Identificatieplaatje Het identificatieplaatje bevat de technische gegevens, het serienummer en de markering. Het plaatje mag in geen geval worden verwijderd. 1.
Waarschuwingen 1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor: Waarschuwingen Algemene waarschuwingen in verband met de gebruiksaanwijzing, veiligheid en verwerking van afgedankte producten. Beschrijving NL Beschrijving van het apparaat en de accessoires. Gebruik Informatie over het gebruik van het apparaat en de accessoires, kooktips. Reiniging en onderhoud Informatie over correcte schoonmaak en onderhoud van het apparaat.
Beschrijving 2 Beschrijving 2.
Beschrijving NL 2.2 Kookplaat AUX = Hulpbrander SR = Halfsnelle brander R = Snelle brander DUAL = Ultra snelle brander 2.3 Bedieningspaneel 1 Knoppen van de branders van de kookplaat Nuttig voor de inschakeling en de regeling van de branders van de plaat. Druk op de knoppen, en draai deze linksom op de waarde om de overeenkomstige branders te ontsteken. Om de vlam te regelen, moet de knop in de zone tussen het maximum en het minimum gedraaid worden.
Beschrijving 3 Display Interne verlichting Geeft de tijd, functie en temperatuur van de gekozen bereiding en eventuele tijdinstelling aan. De interne verlichting van het apparaat wordt ingeschakeld: • als de deur wordt geopend; • als een willekeurige functie wordt gekozen, met uitzondering van de functies + en (multifunctionele modellen) en de functies en (pyrolysemodellen); • Wanneer de temperatuurknop kort rechtsom (handmatige activering en deactivering) wordt gedraaid.
Beschrijving 2.5 Beschikbare accessoires Ovenschaal Reductierooster Wok Nuttig voor het gebruik van een Wok. Rooster voor ovenschaal Nuttig voor het opvangen van vet dat afkomstig is van het voedsel op het rooster erboven. NL Diepe ovenschaal Om op een ovenschaal te zetten, voor het bereiden van voedsel dat kan lekken. Nuttig om vet op te vangen afkomstig van voedsel op het bovenstaande rooster, of om taarten, pizza’s en gebak te bakken.
Beschrijving Rooster Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig. Nuttig voor het plaatsen van recipiënten met voedsel in bereiding. Draaispit (enkel op sommige modellen) Nuttig voor het bereiden van kip of voedsel dat over het hele oppervlak gelijkmatig moet worden bereid. 312 De accessoires die in contact kunnen komen met het voedsel zijn gemaakt van materialen conform de van kracht zijnde wetsbepalingen. De bijgeleverde of optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij erkende verkopers.
Gebruik 3.1 Waarschuwingen Hoge temperatuur in de ovens tijdens het gebruik Gevaar op verbranding • Houd de deur dicht tijdens de bereiding. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte • Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. • Giet geen water rechtstreeks op hete ovenschalen. • Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het apparaat tijdens zijn werking niet benaderen.
Gebruik De temperatuur in de bergruimte kan hoog oplopen tijdens gebruik van de oven Brand- en ontploffingsgevaar • Gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van het apparaat. • Laat geen ontvlambare materialen in de nabijheid van het apparaat of de bergruimte. • Gebruik geen plastic vaatwerk of recipiënten om voedsel te bereiden. • Plaats geen blikken of gesloten recipiënten in de ovenruimte. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen.
Gebruik 3.3 Gebruik van de accessoires Roosters en ovenschalen Reductieroosters Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt. De mechanische veiligheidsblokkeringen, die de ongewenste verwijdering van het rooster voorkomen, moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de ovenruimte gericht zijn. NL De reductieroosters moeten op de roosters van de kookplaat gelegd worden. Controleer of deze correct gepositioneerd zijn.
Gebruik Draaispit (enkel op sommige modellen) 1. Breng de 4 meegeleverde draagstukken aan in de 4 gaten op de hoeken van de diepe ovenschaal. Draai ze met behulp van een gereedschap (bijv. een schroevendraaier) op de ringen vast. 3. Gebruik de bijgeleverde klemvorken om het draaispit voor te bereiden. De vorken kunnen bevestigd worden met de bevestigingsschroeven. 4. Plaats het draaispit na de voorbereiding op de desbetreffende steunen.
Gebruik 5. Breng de ovenschaal aan op het eerste vlak van het frame (zie „Algemene beschrijving”). 6. Plaats de punt van de stang in de zitting van het motortje van het draaispit, links op de achterwand van de ovenruimte. 7. Activeer het draaispit door de functieknop op de functie + te draaien en met de temperatuurknop een bereidingstemperatuur in te stellen. 8. Verwijder de ovenschaal met het draaispit aan het einde van de bereiding. 9.
Gebruik 3.4 Het gebruik van de kookplaat Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het apparaat is voorzien van een elektronisch ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te drukken en hem linksom te draaien op het symbool van de maximale vlam, tot de brander wordt ingeschakeld. Draai de knop op als de brander niet binnen 15 seconden wordt ontstoken.
Gebruik Correcte plaatsing van de roosters van de kookplaat Controleer of de roosters goed op de kookplaat zijn aangebracht, alvorens de branders van de kookplaat te ontsteken. Onthoud daarbij dat: • Elk rooster een specifieke plaats op de kookplaat heeft. • Het hogere deel moet altijd naar de plint zijn gericht. 3.
Gebruik Functioneringsvoorwaarden Stand-by: Wanneer geen enkele functie is gekozen, toont het display de actuele tijd. Bij elke druk op de temperatuurknop tijdens een functie wordt de staat van de parameters cyclisch in de volgende volgorde weergegeven. Temperatuur Tijdsduur timer kookwekker Duur functie ON: Het display toont de ingestelde parameters, zoals de temperatuur, de duur en het niveaubereik als een willekeurige functie is gestart.
Gebruik Bij het eerste gebruik of na een stroomonderbreking zal op de display van het apparaat het symbool knipperen. Om te kunnen beginnen met een bereiding zal u de juiste tijd moeten instellen. 1. Draai aan de temperatuurknop om de weergegeven tijd in te stellen (houd de knop gedraaid om de tijd sneller of trager te doen verlopen). 2. Druk op de temperatuurknop. 3. De temperatuurknop draaien om de minuten in te stellen (de knop blijven draaien voor een snellere toename of afname). 4.
Gebruik Lijst van de functies Eco Deze functie wordt aanbevolen voor de bereiding op één vlak, met een laag energieverbruik. Ideaal voor de bereiding van vlees, vis en groenten. Niet geschikt voor levensmiddelen die moeten rijzen. Voor een maximale besparing van de energie en een kortere bereidingstijd wordt het aanbevolen om de levensmiddelen in te ovenruimte te plaatsen zonder deze voor te verwarmen. In de ECO-functie tijdens de bereiding de deur niet openen.
Gebruik Circulatie De combinatie van de ventilator en het circulatie-element (ingebouwd aan de achterkant van de ovenruimte) kan verschillend voedsel op meerdere niveaus bereid worden mits ze daarvoor dezelfde temperatuur nodig hebben en hetzelfde type bereiding gebruikt moeten worden. De warmeluchtcirculatie verzekert een onmiddellijke en uniforme verdeling van de warmte.
Gebruik 4. Deactiveer het geluidssignaal door een van de twee knoppen in te drukken en eraan te draaien. 5. Verleng de kookwekker door aan de temperatuurknop te draaien. 2. De temperatuurknop naar rechts of naar links draaien om de duur van de bereiding van 00:01 tot 12:59 in te stellen. Houd de knop gedraaid om de wijziging sneller uit te voeren.
Gebruik Draai de temperatuurknop naar rechts om het geluidssignaal te deactiveren en de bereidingstijd te verlengen. Draai de functieknop naar rechts of naar links om het geluidssignaal te deactiveren en een andere bereidingsfunctie te selecteren. Schakel het apparaat uit door de functieknop ingedrukt te houden. Geprogrammeerde bereiding Met geprogrammeerde bereiding wordt de functie bedoeld die automatisch stopt op een door de gebruiker vastgestelde tijd, waarna het apparaat automatisch uitschakelt. 1.
Gebruik 3. Druk voor de vierde keer op de temperatuurknop. Het controlelampje knippert. Draai de knop naar rechts of links om het einde van de bereidingstijd in te stellen. 4. Na een aantal seconden houden de 5. Aan het einde van de bereiding wordt op het display weergegeven en wordt een geluidssignaal geactiveerd. controlelampjes en op met knipperen. Het apparaat wacht het begin van de geprogrammeerde bereidingstijd af. 6.
Gebruik Nadat de tijdsduur van de bereiding is gewijzigd, moet het tijdstip van het einde van de kooktijd opnieuw ingesteld worden. Tijdens de werking kan de tijdsduur van de geprogrammeerde bereiding gewijzigd worden: 1. Wanneer de controlelampjes en continue branden en het apparaat in afwachting is om de bereiding te beginnen, drukt u twee maal op de temperatuurknop. Het controlelampje begint te knipperen. 2. De temperatuurknop naar rechts of links draaien om de eerder ingestelde tijd te wijzigen. 3.
Gebruik Advies voor het bereiden van gebak en koekjes • Gebruik bij voorkeur metalen en donkerkleurige bakvormen; deze helpen de warmte beter te absorberen. • De temperatuur en de tijdsduur van de bereiding hangen af van de kwaliteit en de dikte van het deeg. • Plaats bij bereidingen op meerdere niveaus, de gerechten bij voorkeur op het 2e en 4e niveau, verhoog de bereidingstijd met enkele minuten en gebruik alleen functies met ventilatie.
Gebruik 3.7 Speciale functies Rijzen Ontdooien op tijd 2. Selecteer de functie ontdooien op tijd door de functieknop in te drukken en eraan te draaien. 3. Draai aan de temperatuurknop om de duur in te stellen (van 1 tot 99 minuten). 4. Druk op de temperatuurknop om de ingestelde duur te bevestigen. knippert. 5. Druk op de functieknop om het ontdooien op tijd te starten. 6. Aan het einde wordt op het display weergegeven en wordt een geluidssignaal geactiveerd. 7.
Gebruik Sabbat bereiding U kunt geen enkele parameter wijzigen als de functie Sabbat bereiding geactiveerd is. Geen enkele actie op de knoppen heeft effect; alleen de functieknop blijft actief om het apparaat uit te kunnen schakelen. Aan de hand van deze functie kunt u levensmiddelen bereiden volgens de voorschriften die voor de Joodse rustdag gelden. Het apparaat vertoont een bepaald gedrag: • De bereiding kan een onbepaalde tijd doorgaan. Geen enkele tijdinstelling is mogelijk.
Gebruik Met deze functie kunt u afhankelijk van het gewicht en het type levensmiddel levensmiddelen ontdooien. 1. Plaats het gerecht in de ovenruimte. 2. Druk de functieknop in en draai eraan om de ontdooifunctie op gewicht, aangegeven door verlichte symbolen gerechten en de , te kiezen. 3. Druk op de functieknop om het ontdooien op gewicht te starten. 4. Selecteer het type levensmiddel dat u wilt ontdooien door aan de functieknop te draaien. weergegeven en wordt een geluidssignaal geactiveerd. 8.
Gebruik 3.8 Automatische programma’s 5. Aan het einde van de voorverwarming knippert . Plaats het te bereiden gerecht in de oven en druk op de functieknop om de bereiding te starten. 6. Aan het einde wordt op het display De automatische bereidingsprogramma’s zijn afhankelijk van het te bereiden type gerecht ingedeeld. 1. Druk de functieknop in en draai eraan om de bereiding met automatische programma’s, aangegeven door en de verlichte symbolen gerechten , te kiezen. 2.
Gebruik Tabel automatische programma’s VLEES (01 - 05) Pr 01 Subtype Rosbief (medium gebakken) Gewicht Niveau (g) Functie Temperatuur Tijd (°C) (minuten) 2 200 56 800 2 190 88 2000 2 190 105 04 Kalf 1000 2 190 80 05 Gebraden kip (heel) 1000 2 200 80 02 Varkensrugstuk 03 Lamsvlees (medium gebakken) NL 1300 VIS (06 - 07) Pr Subtype Gewicht Niveau (g) Functie Temperatuur Tijd (°C) (minuten) 06 Verse vis (heel) 500 2 160 35 07 Diepgevroren vis 600 2 160 50 GROENTEN (
Gebruik GEBAK (11 - 13) Pr Subtype Gewicht Niveau (g) Functie Temperatuur Tijd (°C) (minuten) 11 Koekjes 500 2 160 23 12 Muffin 500 2 160 21 13 Confituurtaart 1000 2 170 43 BROOD - PIZZA - PASTA (14-20) Pr Subtype Gewicht Niveau (g) Functie Temperatuur Tijd (°C) (minuten) 14 Gerezen brood (pagnotta) 1000 2 200 27 15 Dieppan pizza 1000 2 280 12 16 Pizza op steen 500 1* 280 7 17 Pasta uit de oven 2000 1 220 35 18 Lasagne 2000 1 230 40 19 Paella 500 2 190 25
Gebruik Stand kinderbeveiliging Het apparaat is tevens uitgerust met een verborgen “secundair menu”, waarmee de gebruiker het volgende kan uitvoeren: • Activeer of deactiveer de stand Kinderbeveiliging. • De show-room stand activeren of deactiveren (die alle verwarmingselementen deactiveert en enkel het bedieningspaneel laat werken). • De stand Laag Vermogen (Eco-Logic) activeren of deactiveren. • De modus warmte behouden (Keep Warm) activeren of deactiveren.
Gebruik Om de blokkering tijdelijk uit te schakelen tijdens een bereiding, moet de temperatuurknop 5 seconden ingedrukt gehouden worden. De beveiliging zal één minuut na de laatste instelling weer actief worden. Show-room stand (enkel voor exposanten) Deze stand laat toe om de verwarmingselementen te deactiveren, terwijl men toch gebruik kan maken van het bedieningspaneel. Als de standen van de knoppen worden gewijzigd, wordt twee seconden lang op het display weergegeven.
Gebruik Stand warmte behouden Met deze stand kunt u het verbruik van de oven beperken. Ideaal om meerdere huishoudelijke apparaten tegelijkertijd te kunnen gebruiken. HI: normaal vermogen. In deze stand kan het apparaat aan het einde van een bereiding waarvan de duur is ingesteld (als deze niet handmatig wordt onderbroken) het zojuist bereide voedsel ongeveer 1 uur lang (op lage temperatuur) warm houden. NL Stand laag vermogen LO: laag vermogen.
Gebruik Stand tijdinstelling lamp 3.10 Gebruik van de bergruimte Voor een verdere besparing van de energie wordt de lamp automatisch één minuut na het begin van de bereiding gedeactiveerd. Aan de onderkant van het fornuis is een bergruimte aangebracht die u kunt gebruiken voor het opbergen van pannen of metalen voorwerpen die u voor het gebruik van het apparaat nodig heeft. 1. Open de bergruimte door voorzichtig op de linkerzijde van het klepje te drukken tot u een klik waarneemt.
Reiniging en onderhoud 4.1 Waarschuwingen Incorrect gebruik Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken • Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger. • Gebruik op de stalen delen of de delen waarvan het oppervlak met metalen afwerkingen werd behandeld (bijv. elektrolytische oxidatie, vernikkeling, verchroming) geen producten die chloor, ammoniak of bleekmiddel bevatten. • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes).
Reiniging en onderhoud Reiniging van de vonkontstekers en de thermokoppels • Maak, wanneer nodig, de vonkontstekers en de thermokoppels met een vochtige doek schoon. • Verwijder eventuele droge resten met een satéstokje of een naald. Voor een eenvoudige reiniging wordt aanbevolen om het volgende te demonteren: • de deur; • de frames voor roosters/ovenschalen; • de eventueel uitneembare geleiders; • de pakking.
Reiniging en onderhoud Demontage van de binnenruiten Voor een gemakkelijke schoonmaak, kunnen de binnenruiten van de deur worden gedemonteerd. 1. Verwijder de interne ruit door ze achteraan voorzichtig naar boven te trekken, en volg de beweging die wordt aangeduid door de pijlen (1). NL 2. Neem de deur aan beide kanten en met beide handen vast, hef hem op met een hoek van ongeveer 30°, en verwijder hem. 3.
Reiniging en onderhoud 3. Verwijder de tussenruit door deze op te heffen. Verwijdering van de geleiderframes voor de roosters/ovenschalen Door de geleiderframes voor roosters/ ovenschalen te verwijderen, kan de reiniging van de zijdelingse delen eenvoudiger worden uitgevoerd. Om de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen te verwijderen: • Trek het frame naar de binnenkant van de ovenruimte zodat het uit de klemverbinding A komt, en verwijder het uit de zittingen achteraan B.
Reiniging en onderhoud Handmatige deactivering van de hendel van de deurblokkering (enkel pyrolysemodellen) 1. Verplaats de hendel van de deurblokkering helemaal naar rechts. Incorrect gebruik Gevaar op verbranding • De volgende handelingen moeten altijd bij koud en uitgeschakeld apparaat worden verricht. • Probeer tijdens de pyrolyse de hendel van de deurblokkering nooit met de hand te deactiveren.
Reiniging en onderhoud De bovenkant reinigen (behalve pyrolytische modellen) De ovenruimte is voorzien van een kantelende weerstand die u voor een eenvoudigere reiniging van de bovenkant kunt kantelen. 1. Hef de bovenste weerstand voorzichtig op en draai de pallen 90° zodat de weerstand vrijkomt. 4.5 Vapor Clean (enkel op sommige modellen) Vapor Clean is een reinigingsprocedure die de verwijdering van vuil vergemakkelijkt.
Reiniging en onderhoud • Sproei met behulp van een spuitflacon een oplossing van water en afwasmiddel op de binnenzijde van de ovenruimte. Sproei op de zijwanden, de bovenwand, het bodemvlak en de deflector. Instelling van de reinigingscyclus Vapor Clean Als de binnentemperatuur hoger is dan diegene die wordt voorzien voor de reinigingscyclus Vapor Clean, wordt de cyclus onmiddellijk gestopt en wordt op het display weergegeven.
Reiniging en onderhoud Geprogrammeerde Vapor Clean Net als bij de normale bereidingsfuncties kan ook voor de Vapor Clean het einde van de functie worden ingesteld. 1. Selecteer de Vapor Clean-functie en druk op de temperatuurknop. Het controlelampje begint te knipperen. Op het display wordt het einde van de functie weergegeven. 2. De temperatuurknop naar rechts of links draaien om het einde van de kooktijd te verlengen. 3. Druk op de temperatuurknop om het einde van de functie te bevestigen. 4.
Reiniging en onderhoud De pyrolyse is een automatische reinigingsprocedure met hoge temperaturen, die het vuil zal oplossen. Dankzij deze procedure is het mogelijk om de binnenkant van de ovenruimte zeer eenvoudig te reinigen. Incorrect gebruik Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken • Verwijder voedselresten of gemorste sporen van vroegere bereidingen uit de ovenruimte. Voorbereiding Voor u de pyrolyse inschakelt: • Maak de interne ruit schoon overeenkomstig de gebruikelijke instructies.
Reiniging en onderhoud 2. 2 minuten na aanvang van de pyrolyse wordt de deur geblokkeerd (het lampje van de deurblokkering licht op), door een voorziening die elke poging tot opening verhindert. Het is niet mogelijk om een functie te selecteren wanneer de deurblokkering ingeschakeld is. 3. Na afloop van de pyrolyse blijft de deur geblokkeerd tot de temperatuur binnenin de ovenruimte een veilig niveau bereikt. Wacht tot de ovenruimte is afgekoeld en veeg de restjes binnenin weg met een microvezeldoek.
Reiniging en onderhoud 4.7 Buitengewoon onderhoud 4. Draai de lamp los en verwijder ze. Vervanging van de lamp voor de binnenverlichting Onder elektrische spanning staande delen Gevaar voor elektrische schok • Schakel de stroomtoevoer naar het apparaat uit. 1. Verwijder alle accessoires uit de oven. 2. Verwijder de geleiderframes voor roosters/ovenschalen. 3. Verwijder de kap van de lamp met gereedschap (bijv. een schroevendraaier).
Reiniging en onderhoud Demontage en montage van de pakking (behalve pyrolytische modellen) De pakking demonteren: • Haak de op de 4 hoeken en centraal geplaatste haken los en trek de pakking naar buiten. De pakking monteren: • Haak de haken in de 4 hoeken en in het midden van de pakking vast. Advies voor het onderhoud van de pakking De pakking moet elastisch en zacht zijn. • Gebruik een niet-schurende spons en lauwwarm water om de pakking schoon te houden.
Reiniging en onderhoud (enkel pyrolyse-modellen) Na de automatische reinigingscyclus (pyrolyse) kan geen functie geselecteerd worden: • Controleer of de deurblokkering uitgeschakeld is. Indien dit niet het geval is, is het apparaat voorzien van een bescherming die de uitvoering van een functie verhindert terwijl de deurblokkering actief is. Dit is het geval omdat de temperatuur in de ovenruimte zodanig hoog is dat geen enkele bereiding kan uitgevoerd worden.
Installatie 5 Installatie 5.1 Gasaansluiting Gaslek Explosiegevaar • Controleer na elke ingreep of het aandraaimoment van de gasaansluitingen zich tussen 10 Nm en 15 Nm bevindt. • Gebruik, waar dit wordt gevraagd, een drukregelaar in overeenstemming met de van kracht zijnde norm. • Na de installatie moet u eventuele lekken opsporen met een zeepoplossing, maar nooit met een vlam.
Installatie De aansluiting met rubberleiding conform de van kracht zijnde normen mag enkel uitgevoerd worden wanneer de leiding over de volledige lengte geïnspecteerd kan worden. De binnendiameter van de buis moet 8 mm zijn voor vloeibaar gas, en 13 mm voor methaan en stadsgas. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op de gasaansluiting 1 van het apparaat, en breng de pakking 2 ertussen aan.
Installatie Aansluiting met een flexibele stalen slang met conische verbinding Verlengstuk gasaansluiting (enkel pyrolytische modellen) Voer de aansluiting op het gasnet uit met een flexibele stalen slang met continue wand, conform de kenmerken van de geldende norm. Draai de verbinding 3 zorgvuldig vast op de gasaansluiting 1 (schroefdraad ½” ISO 228-1) van het apparaat, en breng altijd de bijgeleverde pakking 2 aan.
Installatie 4. Draai het gemonteerde verlengstuk C op de gasaansluiting van het apparaat D en breng altijd de meegeleverde pakking 2 ertussen aan. NL 3. Draai de aansluiting 3 zorgvuldig op het verlengstuk van de gasaansluiting 1 en breng altijd de meegeleverde pakking 2 ertussen aan. 5. Breng isolerend materiaal aan op de schroefdraad van het gemonteerde verlengstuk C en draai de flexibele buis E vast.
Installatie Ventilatie van de vertrekken Het apparaat mag enkel in permanent geventileerde ruimten worden geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door de toepasselijke normen. In de ruimte waar het apparaat geïnstalleerd is, moet voldoende luchttoevoer aanwezig zijn die nodig is voor de regelmatige gasverbranding en de luchtverversing van de ruimte zelf.
5.2 Aanpassing aan de verschillende gastypes Regeling van het minimum voor methaan of stadsgas Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de straalpijpen op de branders vervangen worden en moet de lage vlam op de gaskranen geregeld worden. Schakel de brander in en laat hem op de lage stand branden. Verwijder de knop van de gaskraan, en handel op de regelschroef die zich naast het staafje van de kraan bevindt (afhankelijk van het model) tot een regelmatige minimum vlam wordt verkregen.
Installatie Regeling van het minimum voor vloeibaar gas Draai de schroef naast het staafje van de kraan helemaal rechtsom. Buitenafmetingen Plaats van de elektrische aansluitingen en gasaansluitingen. Na de regeling met een ander gas dan het gas dat in de fabriek werd afgesteld moet het etiket voor de regeling van het gas, dat is aangebracht op het apparaat, vervangen worden door het etiket voor het nieuwe gas. Het etiket is bij de straalpijpen gevoegd (indien aanwezig).
Installatie Type van gas en toebehorende landen 1 Methaan G20 G20 20 mbar G20/25 20/25 mbar 2 Methaan G20 G20 25 mbar 3 Methaan G25.1 G25.1 25 mbar 4 Methaan G25 G25 20 mbar 5 Methaan G2.350 G2.
Installatie Tabel eigenschappen brander en gasmondstukken 1 Methaan G20 - 20 mbar AUX SR R UR2 Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.0 1.8 3.0 4.2 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 72 97 120 145 Voorkamer (gedrukt op straalpijp) (X) (Z) (H9) (F3) 2 Methaan G20 - 25 mbar 400 AUX 500 SR 800 R 1200 UR2 Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.1 1.8 2.9 4.2 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 72 94 110 145 Voorkamer (gedrukt op straalpijp) (X) (Z) (H8) (H3) 3 Methaan G25.
7 Vloeibaar gas G30/31 - 37 mbar AUX SR R UR2 Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.1 1.9 3.0 4.2 Diameter van de straalpijp (1/100 mm) 50 65 81 95 - - - - Gereduceerd verbruik (W) 450 550 900 1500 Nominaal verbruik G30 (g/h) 80 138 218 305 Nominaal verbruik G31 (g/h) 8 Vloeibaar gas G30/31 - 50 mbar 79 AUX 136 SR 214 R 300 UR2 Nominaal thermisch vermogen (kW) 1.0 1.8 3.0 4.
Installatie 5.3 Plaatsing Buitenafmetingen Zwaar apparaat Pletgevaar • Plaats het apparaat met behulp van een tweede persoon in het meubel. Druk op de deur Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Gebruik de open deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen. • Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur. • Til dit apparaat niet op door de handgreep beet te pakken.
Installatie Algemene informatie X 150 mm Y 750 mm Dit apparaat behoort, afhankelijk van het installatietype, tot de klasse: A - Klasse 1 (Apparaat vrije installatie) NL Het apparaat kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan het werkblad, op een minimale afstand van X mm van de zijkant van het apparaat, zoals wordt aangeduid in de afbeeldingen A en C betreffende de installatieklassen.
Installatie Plaatsing en nivellering Zwaar apparaat Gevaar voor beschadiging van het apparaat • Plaats eerst de voorste voetjes en daarna de achterste. • Nadat de gas- en de elektrische aansluiting is uitgevoerd, moeten de vier bijgeleverde voetjes van het apparaat vastgedraaid worden. Voor de stabiliteit is het absoluut noodzakelijk dat het apparaat correct genivelleerd wordt op de ondergrond: • Schroef het onderste gedeelte van de voetjes open of dicht, tot het apparaat stabiel staat en genivelleerd is.
Installatie 5. Lijn de onderkant van de bevestigingsbeugel uit met de grond en draai de schroeven vast om de afmetingen vast te stellen 4. Lijn de onderkant van de haak van de bevestigingsbeugel uit met de onderkant van de rand van het bevestigingsplaatje aan de muur. 6. Houd tussen de zijkant van het apparaat en de gaten van de beugel 50 mm vrij. NL 3. Assembleer de bevestigingsbeugel.
Installatie 7. Plaats de beugel op de muur en markeer de punten waar gaten in de muur moeten worden geboord. Bevestiging aan de grond Wend u tot het dichtstbijzijnde servicecentrum voor de bevestiging aan de grond Montage van de plint vooraan De plint vooraan moet steeds correct gepositioneerd en bevestigd worden op het apparaat. 1. Verwijder de vier schroeven vooraan onder de bergruimte met een schroevendraaier. 8. Boor de gaten. Zet de beugel met pluggen en schroeven aan de muur vast. 9.
Installatie Montage van de zijplinten De zijplinten kunnen correct aan het apparaat worden bevestigd als de plint vooraan is aangebracht. 1. Verwijder de vier schroeven vooraan onder de bergruimte met een schroevendraaier. NL 2. Breng de plint vooraan aan de onderkant van het apparaat aan. Zorg er daarbij voor dat de gaten aan de zijkant van de plint vooraan op een lijn zijn geplaatst met de gaten in het onderstel van het apparaat. 2.
Installatie 4. Zorg ervoor dat het gat van de zijplint op een lijn is geplaatst met het achterste gat in het onderstel van het apparaat. Montage van de plint De bijgeleverde plint is een integrerend deel van het product. Het wordt aanbevolen om deze te bevestigen op het apparaat voordat het apparaat zelf wordt geïnstalleerd. De plint moet altijd correct gepositioneerd en bevestigd worden op het apparaat. 1.
Installatie Elektrische spanning Gevaar voor elektrische schok • Laat het apparaat aansluiten door gekwalificeerd technisch personeel. • Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. • De aardverbinding van het elektrische systeem is verplicht en moet in overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen worden uitgevoerd. • Schakel de algemene stroomtoevoer uit. • Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen. • Gebruik kabels die bestand zijn tegen temperaturen van minstens 90 °C.
Installatie Toegang tot het klemmenbord (enkel pyrolyse-modellen) 3. Installeer de voedingskabel. Om de voedingskabel te kunnen aansluiten is toegang tot het klemmenbord op de achterste plaat vereist: 1. Verwijder de schroeven die het klepje op de achterste plaat vastzetten. Draai de schroef van het kabelbevestigingsplaatje los, alvorens de voedingskabel te installeren. 2. Laat het klepje een stukje draaien en verwijder het van diens plaats. 370 4.
Installatie Multifunctioneel model • 220-240 V 1N~ Driepolige kabel 3 x 1,5 mm². De waarden verwijzen naar de diameter van de interne geleider. De stroomkabels hebben afmetingen die rekening houden met de gelijktijdigheidsfactor (conform de norm EN 60335-2-6). Vaste aansluiting Rust de voedingslijn uit met een meerpolige onderbrekingsinrichting, overeenkomstig de installatienormen.