User manual

INSTALLATIE - 141914779893/A
n
6. Hermonteer de kap. Houd de geprofileerde
binnenkant van het glas (A) naar de deur
toe gericht.
7. Druk de kap stevig aan zodat deze perfect
op de fitting aansluit.
INSTALLATIE
Gasaansluiting
De aansluiting op het gasnet kan uitgevoerd
worden met een flexibele stalen buis op een
rechte wand, en volgens de voorschriften die
aangeduid worden door de van kracht zijnde
norm. Raadpleeg voor de voeding met andere
gastypes het hoofdstuk “Aanpassing aan de
verschillende gastypes”. De gasaansluiting heeft
een extern schroefdraad ½” (ISO 228-1).
Aansluiting met rubberleiding
Controleer of alle volgende voorwaarden
gerespecteerd worden:
of de leiding op het rubber bevestigd is met
veiligheidsklemmen;
of de leiding op geen enkele plaats in
aanraking komt met hete wanden (max. 50
°C);
of de leiding niet wordt onderworpen aan
trekkrachten of spanningen, en geen strakke
bochten maakt of vernauwingen heeft;
of de leiding niet in aanraking komt met
snijdende voorwerpen of scherpe hoeken;
wanneer de buis niet perfect dicht is, en er
dus gas kan ontsnappen, mag de buis niet
hersteld worden; vervang met een nieuwe
buis;
controleer of de vervaldatum van de leiding,
die wordt aangeduid op de leiding zelf, niet
overschreden werd.
Voer de aansluiting op het gasnetwerk uit met
een rubberslang conform de kenmerken van de
van kracht zijnde norm (controleer of de
afkorting van deze norm op de slang wordt
Het apparaat moet geïnstalleerd
worden door een bevoegd technicus,
en volgens de van kracht zijnde
normen.
Algemene veiligheidswaarschuwingen
üü
De aansluiting met rubberslang conform
de van kracht zijnde normen mag enkel
uitgevoerd worden wanneer de leiding
over de volledige lengte geïnspecteerd
kan worden.
De binnendiameter van de buis moet 8
mm zijn voor vloeibaar gas en 13 mm
voor methaan en stadsgas.