Operation Manual
Instructies voor de gebruiker
130
11.HET GEBRUIK VAN DE HULPOVEN
11.1 Het eerste gebruik
Het gebruik van de hulpoven is onafhankelijk van de instellingen die uitgevoerd werden op de
hoofdzakelijke oven of de elektronische programmeereenheid. Het is dus mogelijk om de gewenste
functie op eender welk moment te selecteren, door eenvoudigweg aan de overeenkomstige draaiknop te
draaien.
De keuze van de bereidingstemperatuur wordt uitgevoerd door de knop in
wijzerszin op de gewenste waarde te draaien, tussen 50° en 245°C.
Het oplichten van de controlelamp meldt dat de oven aan het
voorverwarmen is.
Wanneer deze controlelamp uitgaat, werd de ingestelde temperatuur
bereikt. Het regelmatig aan- en uitschakelen duidt aan dat de temperatuur in
de oven constant op het ingestelde niveau wordt gehouden.
De bereidingen waarvoor het niet mogelijk is om de temperatuur te
selecteren, worden aan het maximum uitgevoerd.
Wanneer beide ovens gelijktijdig gebruikt worden, kan dit tot problemen leiden met de delicate
bereidingen