Operation Manual
Instructies Voor de Gebruiker 
34 
ALVORENS DE VAATWASSER NA EEN LANGDURIGE PERIODE 
VAN STILSTAND IN GEBRUIK TE NEMEN: 
•  controleer of er zich geen bezinksel of roest in de slangen heeft 
gevormd, laat in dat geval het water een paar minuten lang uit de 
kraan stromen. 
•  Steek de steker weer in het stopcontact. 
•  Breng de aanvoerslang weer aan en open de kraan. 
KLEINE STORINGEN OPLOSSEN 
In sommige gevallen is het mogelijk om zelf eventuele kleine storingen 
met behulp van de onderstaande instructies te verhelpen. 
Controleer, als het programma niet start, of: 
•  de vaatwasser op het elekriciteitsnet is aangesloten; 
•  de levering van de elektrische stroom niet is onderbroken; 
•  de waterkraan is geopend; 
•  de deur van de vaatwasser op correcte wijze is gesloten; 
Controleer, als er water in de vaatwasser achterblijft, of: 
•  er geen knik in de afvoerslang zit; 
•  de sifon van de afvoer niet verstopt is; 
•  de filters van de vaatwasser niet verstopt zijn. 
Indien de vaat niet schoon mocht blijken, moet u controleren of: 
•  er (voldoende) afwasmiddel is ingevoerd; 
•  er regeneratiezout in het speciale reservoir zit; 
•  de vaat op de juiste wijze is geplaatst; 
•  het geselecteerde programma geschikt was voor het type en de 
aard van vervuiling van de vaat; 
•  alle filters schoon zijn en op de juiste wijze in hun houders zijn 
geplaatst; 
•  de wateropeningen van de sproeiarmen niet verstopt zijn; 
•  de draaiing van de sproeiarmen niet ergens door werd belemmerd. 










