User manual
Installatie
252
2. Vervang de gasmondstukken met behulp
van een pijpsleutel van 7 mm afhankelijk
van het gebruikte gas (zie “Tabel
eigenschappen branders en
gasmondstukken”).
3. Plaats de branders weer op de juiste
manier in hun zittingen.
Regeling van het minimum voor methaan
of stadsgas
Schakel de brander in en stel in op de
minimale positie. Verwijder de knop van de
gaskraan, en handel op de regelschroef
die zich naast het staafje van de kraan
bevindt (afhankelijk van het model) tot een
regelmatige minimum vlam wordt
verkregen. Plaats de knoppen terug en
controleer de stabiliteit van de vlam van de
brander. Draai de knop snel vanaf de
maximum positie naar de minimum positie:
de vlam zou niet mogen uitgaan. Herhaal
deze handeling voor alle gaskranen.
Regeling van het minimum voor
vloeibaar gas
Draai de schroef naast het staafje van de
kraan helemaal rechtsom.
Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd
moeilijk draaien en geblokkeerd raken.
Reinig ze van binnen en vervang het
smeervet.
Na de regeling met een ander gas
dan het gas dat in de fabriek werd
afgesteld moet het etiket voor de
regeling van het gas, dat is
aangebracht op het apparaat,
vervangen worden door het etiket
voor het nieuwe gas. Het etiket is
bij de gasmondstukken gevoegd
(indien aanwezig).
Laat de gaskranen door een
gespecialiseerde technicus
smeren.