Operation Manual

Instructies Voor de Gebruiker
58
3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
3.1 Het frontpaneel
Alle bedieningen en controles van het fornuis zitten bij elkaar op de
voorzijde.
Vergewis u er voor het gebruik van de oven van, dat de elektronische
programmeur het symbool toont; zie par. “3.2.1 Instelling van de tijd”.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
OVENTHERMOSTAAT
CENTRALE KOOKZONE
OVENFUNCTIES
KOOKZONE RECHTSACHTER
KOOKZONE LINKSVOOR
KOOKZONE RECHTSVOOR
KOOKZONE LINKSACHTER
THERMOSTAATKNOP
De bereidingstemperatuur wordt gekozen door de kop met
de klok mee op de gewenste temperatuur te draaien, tussen
50° en 250°C. Als het controlelampje gaat branden, wil dat
zeggen dat de oven wordt opgewarmd. Als het lampje
uitgaat wil dat zeggen dat de ingestelde temperatuur is
bereikt. Als het lampje regelmatig knippert betekent dat, dat
de temperatuur in de oven constant op het ingestelde
niveau gehouden wordt.
CONTROLELAMPJE WERKING KOOKPLAAT (A)
Als het controlelampje A brandt, wil dat zeggen dat één of meer
kookzones in werking zijn. Als alle knoppen op nul staan, is het
controlelampje uit.