Operation Manual

22
Let op: Bij de eerste installatie van de detector moet deze in de looptest modus worden ingesteld zodat
hij klaar is om te testen. Na voltooiing van de looptest, zet u DIP 1 van SW2 op UIT voor de normale
detectie modus.
2. De PIR detector heeft een anti-vals alarm functie die is ontworpen om situaties waarin de detector
kan worden beïnvloed door veranderingen in de omgeving (bijvoorbeeld insecten, luchttemperatuur,
etc.) te compenseren. Deze functie wordt "gevoeligheid detectie" genoemd en er kan worden
gekozen voor een hoge of lage detectie. De aanbevolen instelling is hoge detectie gevoeligheid.
Echter, in extreme gevallen van omgevingsproblemen of als er onduidelijke valse alarmen
voorkomen, kan het noodzakelijk zijn om lage detectie-gevoeligheid in te stellen.
Stel de gewenste gevoeligheid van detectie met behulp DIP2 van SW2 als volgt in:
AAN: hoge gevoeligheid detectie UIT : lage gevoeligheid detectie
Let op: Hoe hoger de gevoeligheid, hoe minder beweging er nodig is voor de PIR detector om het
alarm af te laten gaan.
6.3 Deur/raam (magnetisch) openingsdetector SA68M
Het magnetische contact bestaat uit twee delen; een detector en een magneet. Ze zijn ontworpen om op
deuren of ramen geplaatst te worden met de magneet gemonteerd op de opengaande deel en de
detector gemonteerd op het kozijn. Het openen van de beveiligde deur/raam zal het magnetische veld
onderbreken en een alarm genereren (als het systeem is ingeschakeld en de alarmzone actief is).
De detector werkt op een 3,6V 1200mAh lithium batterij die onder normale omstandigheden een
levensduur van meer dan 5 jaar heeft. Onder normale batterijcondities met het batterijdeksel geplaatst zal
de LED op de detector niet gaan branden wanneer de detector geactiveerd wordt (tenzij in de testmodus).
Echter wanneer de batterij bijna leeg is licht deze LED op wanneer de detector geactiveerd wordt.
Wanneer dit gebeurt dient de batterij zo snel mogelijk vervangen te worden.
Voor extra veiligheid, zijn er twee sabotageschakelaars gemonteerd op de detector. (AFB. 2) Het
verwijderen van de detector van de beveiligde deur/raam of het verwijderen van de batterijklep zullen een
volledig alarm af doen gaan. Het magnetische contact is een op zichzelf staand bedraad magnetisch
contact. Het contact dient een normaal gesloten contact te zijn, met contacten die onderbroken dienen te
worden om een alarm te genereren.
HET KIEZEN VAN EEN MONTAGEPLAATS
De detector met het magnetische contact is alleen geschikt voor montage in droge binnenruimtes. Beslis
welke deuren/ramen beschermd moeten worden door de detectoren met het magnetische contact,
doorgaans zijn dit minimaal de voor- en achterdeuren . Extra detectoren kunnen ook geplaatst worden op
andere kwetsbare ramen of deuren (bijv. garage, patio-/serredeuren, etc.).
Let op: Wees voorzichtig bij het bevestigen van de detector aan een metalen frame, of montage binnen
1m van metaalwerk (d.w.z. radiatoren, waterleidingen, etc.) omdat dit invloed kan hebben op het
radiobereik van het apparaat. Het kan noodzakelijk zijn om de magneet en de detector uit de buurt van
het metalen oppervlak te brengen met een plastic of houten afstandhouder om het noodzakelijke
radiobereik te bereiken.
INSTALLEREN VAN DE MAGNETISCHE CONTACTDETECTOREN
Zorg dat het systeem in de testmodus staat.
1. Draai de bevestigingsschroef van de onderkant van de detector los
en verwijder deze. Verwijder het accudeksel door deze weg te
schuiven en dan op te tillen. (Gebruik GEEN schroevendraaier om
het deksel omhoog te wrikken.)
2. Plaats de meegeleverde 3,6V lithium batterij met de negatieve pool
(-) richting van de batterijveer.