Operation Manual
Pagina 35
Afbeelding 4.2 Beeldopslag
[Channel] Selecteer het juiste kanaal voor kanaalinstellingen. Kies ALL voor het toepassen van de
instellingen op alle kanalen;
[Pre-Snap] Stel het aantal momentopnames in dat de momenten vóór een gebeurtenis vastlegt.
Standaard is 5 momentopnames
[Record] Stel de opnamestatus in. Er zijn drie statussen: Geconfigureerd, handmatig en uit;
Schedule: Maak momentopname in overeenstemming met de opnametypen (algemeen, test
en alarm) en gedefinieerde tijdsperiode;
Manual:Ongeacht de huidige status van het kanaal, zal “Manual” selecteren de algemene
momentopname op alle kanalen starten;
Stop:Ongeacht de huidige status van het kanaal, zal “Stop” selecteren de momentopname op
de corresponderende kanalen stoppen;
[Tijdvak] Stel het tijdvak voor een algemene opname in. Beeldopslagfunctie wordt alleen geactiveerd
binnen het gedefinieerde tijdvak;
[Type] Stel types in. Er zijn drie types: algemeen, test, en alarm.
[Opnametype] Stel de opnametypes in. Er zijn drie types: algemeen, test, en alarm.
Regular: Blijf momentopnames maken in het gedefinieerde tijdvak.
Detect: Schakel gedurende een bepaald tijdbereik de alarmsignalen “motion detection”, “video
masking”, en “video loss” in. De bijbehorende alarminstellingen schakelen de
momentopnamefunctie in en starten de momentopnames als testsignalen ontvangen
worden.