Operation Manual

15
4.4.2 Condities
Broncategorie
Er zijn twee opties, namelijk ‘apparaat’ en ‘alarm’. Hier kunt u aangeven of het bericht moet gaan over
het alarm of een accessoire van het alarmsysteem. Als u het ‘apparaat’ selecteert, krijgt u onder Bron
alle aangesloten apparaten te zien. Bij ‘alarm’ ziet u onder Bron alleen de optie alarm.
Bron
Onder bron wordt verstaan, de accessoire die geselecteerd wordt waarop de SmartMessage de melding
op baseert. Dit kan een het alarm zelf zijn, maar ook een accessoire van het alarmsysteem, zoals een
rookmelder of temperatuurmeter.
Bediener
Altijd het teken ‘=’ selecteren, zodat u de Bron koppelt aan de Waarde van het bericht.
Waarde
Elke accessoire heeft eigen opties. Onder de waarde wordt verstaan, op welk moment moet een
SmartMessage verstuurd worden. Zo kunt u bij een temperatuurmeter aangeven dat u een melding wilt
krijgen op het moment dat het warmer wordt dan 24 graden. Bij een deur/raam contact kunt u
aangeven of een SmartMessage verstuurd moet worden op het moment dat de deur open of dicht gaat.
Hier zijn tal van variaties te vinden.
Ook is het een optie om eerdere ‘Condities’ toe te voegen binnen één SmartMessage (!)
4.4.3 Voorbeelden SmartMessage
Aangezien het aantal opties binnen SmartMessage groot is, worden nu twee voorbeelden gegeven.
Voordat u de voorbeelden bekijkt, raden wij u aan om eerst het hoofdstuk 4.4.1 Berichtinformatie en
4.4.2 Condities door te lezen.
Let op! Pas als een accessoire is toegevoegd kan het onderdeel geselecteerd worden binnen het
creëren van een SmartMessage.