Operation Manual

66 Verhelderend
Binnenverlichting
Binnenverlichting
De binnenverlichting zit
voor op de dakbedieningsunit,
achter boven de bank voor de verlich
ting van de kofferruimte en de achter
bank.
Binnenverlichting voor
De binnenverlichting voor (A) wordt met
een dimmer in en uitgeschakeld.
De draaischakelaar kan in acht standen
worden gezet.
Permanente werking
> De binnenverlichting brandt per
manent.
Leeslampje bestuurdersstoel
> Het leeslampje voor de bestuur
dersstoel brandt.
Automatische werking
> De binnenverlichting gaat branden
wanneer één van de portieren wordt
geopend.
Leeslampje passagiersstoel
> Het leeslampje voor de passagiers
stoel brandt.
Tussen deze standen zit steeds weer een
"Uit"stand.
>Opmerking!
Wanneer de binnenverlichting automa
tisch werkt, gaat deze na het uitschake
len van het contact pas aan wanneer u de
deur opent.
De binnenverlichting gaat uit wanneer u
het contact in stand 1 draait.
Binnenverlichting achter
De binnenverlichting achter (B) kan door
kantelen worden geschakeld.
쮿 Kantel de binnenverlichting naar ach
teren (richting kofferruimte).
> De binnenverlichting is uit.
쮿 Kantel de binnenverlichting naar vo
ren.
> De binnenverlichting brandt perma
nent.
쮿 Kantel de binnenverlichting in de
middelste stand.
> De binnenverlichting gaat aan wan
neer de achterklep wordt geopend.