Operation Manual

Nuttig 223
Lampjes vervangen
Lampjes vervangen
Het volgende is van belang als u een
lampje van uw auto wilt vervangen:
Schakel de verlichting en de ontste
king uit om kortsluiting te vermijden.
Pak de nieuwe lampjes alleen vast met
een schone, vetvrije doek.
Pak de lampjes niet bij het glas vast.
Zorg ervoor dat uw vingers droog en
niet met olie besmeurd zijn.
Vervang de lampjes alleen door lamp
jes van hetzelfde type met hetzelfde
vermogen (watt).
>Opmerking!
Laat de afstelling van de koplampen re
gelmatig, ten minste één keer per jaar,
controleren.
Lampen vervangen
De volgende lampjes kunt u vervangen:
dimlicht (A),
groot licht/parkeerlicht (B),
mistlicht* en knipperlicht (C),
achteruitrij en remlichten (D),
knipperlichten (E),
achteruitrijlicht (F),
mistachterlicht (G)
kentekenplaatverlichting (H).
Gevaar voor verbranding!
Lampjes en fittingen kunnen zeer
heet zijn. Alvorens het lampje te ver
vangen de verlichting laten afkoelen. U
kunt zich anders branden als u de lamp
jes aanraakt.