Operation Manual

202 Terugkerend
Remvloeistof
Remvloeistof
Voor een goede werking van de remmen
moet het remvloeistofpeil absoluut con
stant te zijn.
Remvloeistofpeil controleren
쮿 Open de motorkap.
쮿 Voer een visuele controle op het
reservoir (A) uit.
> Het vloeistofpeil moet tussen de
merktekens MIN en MAX liggen.
>Belangrijk!
Laat de remvloeistof alleen bij een ge
kwalificeerde werkplaats, bijv. een
smart center, bijvullen.
쮿 Wanneer het peil iets onder de MIN
markering ligt, moet u een gekwalifi
ceerde werkplaats, bijv. een smart
center, raadplegen.
쮿 Wanneer het peil duidelijk onder de
MINmarkering ligt, moet u een repa
ratiedienst, bijv. smartmove Assistan
ce of een gekwalificeerde werkplaats,
bijv. een smart center, bellen.
Gevaar voor ongevallen!
Wanneer het kookpunt van de rem
vloeistof te laag is, kunnen bij extreme
belasting van de remmen (bijv. tijdens
het bergaf rijden) luchtbelletjes in het
remsysteem worden gevormd. Hierdoor
wordt de remwerking negatief beïn
vloed. Onder bepaalde omstandigheden
kunnen de remmen het niet meer doen.
Laat de remvloeistof regelmatig con
troleren en, indien nodig, vervangen.