Operation Manual

Dynamisch 157
Airbags
De windowairbags worden geactiveerd:
op de kant van de botsing,
bij het begin van de botsing met hoge,
in de dwarsrichting van de auto inwer
kende vertragingen of versnellingen,
wanneer vooruitkijkend extra bescher
ming ten opzichte van de veiligheids
gordels kan worden geboden,
onafhankelijk van de frontairbags.
Airbagcontrolelampje
Als het airbagcontrolelampje gaat
branden, is er een storing in de volgende
veiligheidssystemen:
airbags
gordelspanners
Het airbagcontrolelampje brandt als de
ontsteking wordt ingeschakeld.
Daarna voeren de veiligheidssystemen
een zelfdiagnose uit:
1. Het airbagcontrolelampje dooft na
maximaal 7 seconden.
>Geen storing.
> Het airbagsysteem is in orde.
2. Het airbagcontrolelampje dooft niet
na maximaal 7 seconden, maar brandt
permanent of knippert.
> Er is een storing herkend (airbag
waarschuwing).
of
3. Deze gaat na het ischakelen van het
contact niet aan.
> Er is een storing herkend (airbag
waarschuwing).
쮿 Laat niemand op de passagiersstoel
zitten, vooral geen kinderen.
쮿 Ga onmiddellijk naar een gekwalifi
ceerde werkplaats, bijv. een
smart center.
>Belangrijk!
Gaat het airbagcontrolelampje tijdens
het rijden branden, ga dan onmiddellijk
naar een gekwalificeerde werkplaats,
bijv. een smart center.
U hebt kans dat de airbags en gordel
spanners ongewild worden geactiveerd of
bij een ongeval niet werken.