Operation Manual

152 Dynamisch
Airbags
Gevaar voor letsel!
In combinatie met op de goede
manier gebruikte veiligheidsgordels
biedt de airbag u extra veiligheid. De
airbag is echter geen vervanging voor
de veiligheidsgordel.
Om gevaar voor dodelijk of ernstig li
chamelijk letsel tijdens een ongeval of
met grote vertraging, bijv. door een
zich binnen milliseconden ontplooien
de airbag of bij abrupte remmanoeu
vres te verminderen moet u erop letten
dat:
Alle inzittenden moeten een zitposi
tie kiezen, waarbij ze de gordel op
correcte wijze kunnen dragen en ze zo
ver mogelijk van de airbag verwij
derd zitten. De zitpositie van de be
stuurder moet daarbij zodanig zijn
dat er veilig met de auto kan worden
gereden. De armen van de bestuurder
moeten in een lichte hoek ten op
zichte van het stuur staan. De be
stuurder moet een zodanige afstand
tot de pedalen aanhouden, dat deze
goed kunnen worden ingetrapt.
Kies een zitpositie die zo ver moge
lijk van de frontairbag is verwij
derd, maar echter wel het veilig be
sturen van de auto mogelijk maakt.
De inzittenden van de auto moeten de
gordels altijd op de juiste wijze
dragen en tegen de vrijwel rechtop
staande rugleuning leunen. De hoofd
steunen moeten het achterhoofd op
ongeveer ooghoogte ondersteunen.
Schuif de passagiersstoel zover mo
gelijk naar achteren, in het bijzon
der wanneer kinderen in veilig
heidssystemen voor kinderen* op
deze stoel zitten.
Er mogen, afgezien van het smart ba
byzitje, geen achterwaarts gerichte
kinderzitjes op de passagiersstoel
worden bevestigd, omdat de passa
giersairbag dan niet kan worden uit
geschakeld. Voorwaarts gerichte be
vestigingssystemen voor kinderen
mogen alleen op de passagiersstoel
worden aangebracht, wanneer deze in
de achterste stand is gezet.
Buig met name tijdens het rijden
nooit voorover (bijv. over de gepol
sterde plaat van het stuur).
Leg de voeten nooit op het dashboard.
Pak het stuur alleen maar aan de bui
tenkant van het stuurwiel vast. Daar
door kan de airbag ongehinderd wor
den opgeblazen. Wanneer het stuur
aan de binnenkant wordt vastgehou
den, kunt u zich verwonden wanneer
de airbag wordt geactiveerd.
Leun niet van binnenuit tegen de
portieren.
Plaats geen voorwerpen op de airbags
of tussen airbags en inzittenden.
Hang geen harde voorwerpen, zoals
bijv. kleerhangers aan handgrepen of
kledinghaken.
Het gevaar voor verwondingen door een
airbag kan door het expolsieve opbla
zen van de airbag niet volledig worden
voorkomen.