Operation Manual
108 Wisselende omstandigheden
Airconditioning met automatische temperatuurregeling*
Ventilatie
U kunt de ventilatie in vier standen in
stellen.
Uit (stand 0)
Middelste standen (standen 1 4):
> Luchthoeveelheid klein groot
Ventilatie maximaal (stand 5):
> Ruiten ontdooien en snel laten dro
gen.
쮿 Draai de draaischakelaar naar rechts
of links.
> De luchthoeveelheid wordt groter of
kleiner.
Buitenlucht in/uitschakelen
Bij onaangename geuren in de buiten
lucht kunt u de toevoer van lucht van bui
ten tijdelijk uitschakelen. Er wordt dan
geen buitenlucht meer aangezogen; in
plaats daarvan circuleert de lucht in het
interieur.
쮿 Druk een keer op de knop (A).
> De lucht in het interieur wordt ge
circuleerd.
> Het controlelampje in de toets
brandt.
쮿 Druk opnieuw op de knop (A).
> De lucht wordt van buiten in het in
terieur gevoerd.
> Het controlelampje in de toets gaat
uit.
Snelle afkoeling
쮿 Sluit de ramen.
쮿 Zet de draaischakelaar voor de tempe
ratuurselectie op de gewenste tempe
ratuur.
Gevaar voor ongevallen!
Bij een lage buitentemperatuur
de stand luchtrecirculatie slechts
kortstondig kiezen. Anders kunnen de
ruiten beslaan en kan verminderd zicht
gevaar voor uzelf en voor anderen ople
veren. Hierdoor kunt u de verkeerssi
tuatie niet meer goed beoordelen en
een ongeval veroorzaken.