Operation Manual

Wisselende omstandigheden 99
Verwarming/ventilatie
Ventilatie
U kunt de ventilatie in vier standen in
stellen.
Uit (stand 0)
Middelste standen (standen 13):
> Luchthoeveelheid klein  groot
Ventilatie maximaal (stand 4):
> Ruiten ontdooien en snel laten dro
gen.
쮿 Draai de draaischakelaar naar rechts
of links.
> De luchthoeveelheid wordt groter of
kleiner.
Ventilatieroosters instellen
Wanneer u aan de ventilatieroosters
draait, kunt u de stromingsrichting en 
snelheid wijzigen, c.q. de luchttoevoer
veranderen.
Uit (A),
Stroming maximaal (B).
Lucht in de smart verdelen
Met de draaischakelaar kunt u instellen
in welke richting de uitstromende lucht
moet worden geleid:
in de richting van de voorste inzitten
den (A),
voor en achter in de beenruimte (B),
naar de voorruit (C).