Instruction Manual

31
een kettingzaag dient u verschillende maatregelen te
treen om zonder ongevallen en zonder verwondingen te
kunnen werken)
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of
onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische
gereedschap en kan worden voorkomen door geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven:
- houddezaagmetbeidehandenvast,waarbij
duimenvingerdegrepenvandekettingzaag
omsluitenenneemeenzodanige
lichaamshoudinginenhouduwarmenineen
zodanigepositie,datustandkunthoudenten
opzichtevandeterugslagkrachten (als geschikte
maatregelen worden getroen, kan de bediener de
terugslagkrachten beheersen; laat de kettingzaag
nooit los)
- voorkomeenabnormalelichaamshoudingen
zaagnietbovenschouderhoogte (daardoor wordt
per ongeluk aanraken met punt van de kettinggeleider
voorkomen en kan de kettingzaag in onverwachte
situaties beter onder controle worden gehouden)
- gebruikaltijddedoordefabrikant
voorgeschrevenvervangendekettinggeleidersen
zaagkettingen (verkeerde vervangende
kettinggeleiders en zaagkettingen kunnen tot
kettingbreuk en terugslag leiden)
- houduaandeaanwijzingenvandefabrikantvoor
hetslijpenenhetonderhoudvandezaagketting
(te lage dieptebegrenzers verhogen de neiging tot
terugslag)
PERSOONLIJKEVEILIGHEID
De gebruiker wordt geadviseerd, zich voor het eerste
gebruik door een ervaren vakman te laten instrueren over
de bediening van de kettingzaag en het gebruik van
beschermende uitrusting, aan de hand van praktische
voorbeelden; als eerste oefening dient het zagen van
boomstammen op een zaagbok of onderstel plaats te
vinden
• Raakderonddraaiendekettingnietaan
• Gebruikdekettingzaagingeengevalindebuurt
vanpersonen,kinderenofdieren
• Gebruikdekettingzaagevenminnahetgebruikvan
alcohol,drugsofverdovendemedicijnen
Deze machine is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder begrepen kinderen) met fysieke,
zintuiglijke of mentale beperkingen, of een gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan of
instructies hebben ontvangen ten aanzien van het
gebruik van deze machine door een persoon, die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid
Zorg ervoor dat kinderen de machine niet als speelgoed
gebruiken
ElEkTRISCHE VEIlIGHEID
Controleer altijd of het voltage, dat vermeld staat op het
typeplaatje van de machine, overeenkomt met de
netspanning
Sluit uw machine aan via een aardlekschakelaar (FI) met
maximaal 30 mA uitschakelstroom
Gebruik volledig uitgerolde en veilige verlengsnoeren met
een capaciteit van 16 Ampère
Gebruik alleen een voor gebruik buitenshuis
goedgekeurd verlengsnoer met een waterdichte stekker
en contactstop
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren met een maximale
lengte van 20 meter (1,5 mm²) of 50 meter (2,5 mm²)
Schakel de machine altijd uit en haal de stekker uit het
stopcontact wanneer het (verleng)snoer versleten,
beschadigd of verward is (raakhetsnoerpasaan
nadatudestekkeruithetstopcontacthebtgehaald)
Bescherm het (verleng)snoer tegen hitte, olie en scherpe
randen
Gebruik het snoer nooit om het gereedschap te dragen,
op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken
Controleer regelmatig het snoer en laat het door een
erkende vakman vervangen, indien beschadigd
Controleer het verlengsnoer regelmatig en vervang dit als
het beschadigd is (hetgebruikvanondeugdelijke
verlengsnoerenkangevaarlijkzijn)
Gebruik de machine niet als de schakelaar niet kan
worden in- en uitgeschakeld; laat een beschadigde
schakelaar altijd repareren door een erkende vakman
UITLEGVANSYMBOLENOPMACHINE
3Leesdegebruiksaanwijzingvóórgebruik
4Schakeldemachinealtijduitenhaaldestekkeruit
hetstopcontactwanneerhet(verleng)snoer
versleten,beschadigdofverwardis(raakhetsnoer
pasaannadatudestekkeruithetstopcontacthebt
gehaald)
5 Stel machine niet bloot aan regen
6 Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming
7 Dubbele isolatie (geen aarddraad nodig)
8 Geef de machine niet met het huisvuil mee
GEBRUIk
Montage 9
! sluitdekettingzaagpasnavolledigemontage
aanophetstroomnet
! draagaltijdwerkhandschoenenbijdeomgang
metdezaagketting
- leg de kettingzaag neer op een vlak oppervlak
- verwijder afscherming A door blokkeerknop B linksom
te draaien
- leg zaagketting C in de rondlopende sleuf van zwaard
D
! letopdejuistelooprichting;vergelijkdeketting
metlooprichtingsymboolE
- leg de kettingschakels om kettingwiel F en breng
zwaard D zo aan, dat bevestigingsbouten G en de
beide zwaardgeleidingsbruggen H in het langgat van
zwaard D en kettingspanpin J in het bijbehorende gat
van zwaard D grijpen
- draai indien nodig kettingspanknop K iets om de
kettingspanpin J op één lijn met het gat van zwaard D
te brengen
- controleer of alle delen goed geplaatst zijn en houd
het zwaard met de ketting in deze stand
- draai kettingspanknop K zo ver tot de zaagketting
slechts licht gespannen is
- monteer afscherming A zoals afgebeeld
- draai blokkeerknop B op bevestigingsbout G aan door
deze rechtsom te draaien