Instruction manual
21
Opladen batterij ⑬
- batterij van nieuwe machines is niet volledig
opgeladen
- sluit oplader C zoals afgebeeld op het stroomnet aan
⑬a
- het groene lampje D licht op om aan te geven, dat de
oplader klaar is voor gebruik ⑬a
- steek batterij E in de oplader zoals weergegeven ⑬b
- het groene lampje D gaat knipperen, wat aangeeft dat
de batterij opgeladen wordt ⑬b
- na ongeveer 1 uur is de batterij volledig geladen en
gaat het groene lampje D, na het knipperen, continu
branden ⑬c
BELANGRIJK:
- als het groene lampje D niet knippert nadat een
batterij is geplaatst, kan het zijn dat:
1) dat de batterij te koud of te warm is (de oplader
laadt batterijen alleen op, wanneer hun temperatuur
tussen 0° en 45° ligt)
2) dat de batterij vervangen dient te worden
- de lithium-ion accu kan op ieder moment worden
opgeladen (onderbreken van de laadprocedure leidt
niet tot schade aan de accu)
- de lithium-ionbatterij hoeft niet leeg te zijn voordat
u deze kunt opladen (er is geen sprake van een
geheugeneect zoals bij nikkel-cadmiumbatterijen)
- tijdens het laden kunnen de oplader en de batterij
warm aanvoelen; dit is normaal en geen indicatie voor
een probleem
- zorg ervoor, dat de buitenkant van de batterij schoon
en droog is, voordat u deze in de oplader steekt
- haal de batterij niet uit de machine, wanneer deze in
gebruik is
- een aanzienlijk kortere werkperiode na het opladen
duidt erop, dat de batterij is versleten en moet worden
vervangen
Batterijbescherming
Schakelt het apparaat automatisch uit wanneer
1) de belasting te hoog is
2) de batterijtemperatuur ligt niet binnen het toegestane
bedrijfstemperatuurbereik van -10 tot +50°C
3) de lithium-ionbatterij bijna leeg is (ter bescherming
tegen diepe ontlading)
!
de machine automatisch is uitgeschakeld; de
accu kan beschadigd worden
Aan/uit veiligheidsschakelaar ⑭
Voorkomt, dat de machine per ongeluk wordt aangezet
- zet de machine aan door eerst veiligheidsschakelaar F
naar voren te drukken en daarna trekker-schakelaar G
in te drukken
- zet de machine uit door trekker-schakelaar G los te
laten
Werken met de machine
! begin pas met snoeien als de motor draait
! snoei geen grondbedekkende planten om te
voorkomen dat aarde/zand de snijmessen H ②
beschadigen
- overbelast de machine niet
- haal de machine weg van het snoeigebied voordat u
deze uitschakelt
! nadat de machine is uitgeschakeld, blijven de
snijmessen nog enkele seconden in beweging
Bescherming snijbladpunt J ②
- voorkomt, dat de machine een terugslag veroorzaakt
wanneer harde objecten worden geraakt (zoals
hekpalen of huismuren)
- beschermt de eindbladen tegen schade
Vasthouden en leiden van de machine
- houd de machine stevig met beide handen vast en
zorg ervoor, dat u stevig staat
! houd de machine tijdens het werk altijd vast bij
⑮
- geleid de machine voor u uit
- houd de machine uit de buurt van stevige objecten
om de snijmessen te beschermen tegen overmatige
slijtage
Snoeien van heggen ⑯
- snoei eerst de zijkanten van de heg (van onder naar
boven) en vervolgens de bovenkant
- snoei de zijkant van een heg zodanig, dat deze aan de
bovenkant iets smaller wordt
- gebruik een handzaag of een snoeischaar voor het
afknippen van dikkere takken
TOEPASSINGSADVIES
Een heg snoeien op gelijk hoogteniveau
- maak een stuk touw op de gewenste hoogte vast
langs de lengte van de heg
- snoei de heg net boven dit touw
Aanbevolen snoeitijden (West-Europa)
- snoei bladverliezende heggen in juni en oktober
- snoei groenblijvende heggen in april en augustus
- snoei coniferen en andere snelgroeiende struiken van
mei tot oktober om de zes weken
ONDERHOUD / SERVICE
Deze machine is niet bedoeld voor professioneel
gebruik
Houd de machine, de lader en de snijmessen schoon
! haal de oplader uit het stopcontact voordat u
deze schoonmaakt
! verwijder altijd de batterij vóór het reinigen
- maak het apparaat schoon met een vochtige doek
(gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen)
- reinig ventilatieopeningen K ② regelmatig met een
borstel of met perslucht
- reinig de snijmessen na gebruik altijd zorgvuldig en vet
deze licht in
! draag handschoenen bij het hanteren of reinigen
van de snijmessen
Controleer de staat van de snijmessen en controleer op
losse bouten
Controleer regelmatig op versleten of beschadigde
onderdelen en laat deze zo nodig repareren/vervangen
Slijpen van de snijmessen
! verwijder de batterij uit de machine
- slijp de snijmessen met een smalle, gladde vijl als een
vast object deze heeft beschadigd
- we raden u echter aan de snijmessen door een
specialist te laten slijpen
- vet de snijmessen in na het slijpen
Opslag ⑰
- berg de machine binnenshuis op in droge, afgesloten
ruimten, buiten het bereik van kinderen