Operation Manual

Geef de router ongeveer 10 seconden de tijd om verbinding te maken met het
Internet.
5. Configuratie van het draadloze netwerk
5.1 Instellingen voor een draadloze verbinding
Als u de instellingen van de router voor het draadloze netwerk wilt aanpassen, kunt u de
routerconfiguratiepagina (http://192.168.1.1) oproepen in de tabbladen onder Wireless.
Mode: Selecteer de toepasselijke modus voor het ingebouwde access point (AP). De
volgende opties zijn mogelijk.
Mixed (B+G): het access point is compatibel met de 802.11b- en 802.11g-
standaard
G Only: het access point communiceert uitsluitend met clients die voldoen aan de
802.11g-standaard (54 Mbps).
B Only: het access point communiceert uitsluitend met clients die voldoen aan de
802.11b-standaard (11 Mbps).
Nitro Mode & MAX Frame burst: Deze router ondersteunt de NitroXM™-technologie en
hier kunt u de verschillende NitroXM™-functies in- en uitschakelen. Het inschakelen van
deze opties heeft geen gevolgen voor de communicatie met clients die deze technologie
niet ondersteunen, dus het wordt aanbevolen om de opties in te schakelen.
SSID: Geef de naam op van het draadloze netwerk (SSID), bijvoorbeeld "Sitecom". De
SSID is een unieke ID die wordt gebruikt door access points en stations om een
draadloos LAN te identificeren. Zorg ervoor dat alle draadloze stations en access points
dezelfde SSID hebben. De SSID kan uit maximaal 32 tekens bestaan en is
hoofdlettergevoelig.
NAME: De naam van de router.
Auto channel: Wanneer deze optie is ingeschakeld, zal de router automatisch het beste
kanaal selecteren voor het draadloze dataverkeer.
Channel: Schakelt de functie Auto channel uit, zodat u handmatig het gewenste kanaal
kunt opgeven.
5.2 Encryptie