Operation Manual

75
Pinion-aandrijvingVoertuig
8 Pinion-aandrijving
De Pinion-aandrijving is een trapas
versnelling. De Pinion-aandrijving kan met
een ketting- of een riemaandrijving (zonder
afb.) worden gebruikt. De Pinion-aandrijving
wordt geschakeld met een draaischakelaar
die aan het stuur is bevestigd. De ketting
wordt bij een Pinion-aandrijving door een
kettingspanner (zie “Afb.: Pinion-aandrijving
met kettingaandrijving”) of door verschuifbare
uitvaleinden (zonder afb.) gespannen. Voor
de spanning van een riem zie hoofdstuk
“Riemaandrijving / Spanning van de riem
controleren”. De Pinion-aandrijving is een
oliebadaandrijving (zie hoofdstuk “Pinion-
aandrijving / Vervanging van olie”). Het is niet
mogelijk een terugtraprem te gebruiken bij
een Pinion-aandrijving.
8.1 Voor elke rit
WAARSCHUWING
Uitvallen van de werking van componenten.
Risico op ongevallen en verwondingen!
x Neem het maximaal toegelaten bestuurdersgewicht van
110kg (inclusief bagage en/of rugzak) in acht.
x Gebruik uw voertuig met een Pinion-aandrijving uitsluitend bij
een omgevingstemperatuur van -15°Ctot 40°C.
1 2
3 4
Afb.: Pinion-aandrijving met kettingaandrijving
(bij wijze van voorbeeld)
1 Rondsel
2 Ketting
3 Kettingwiel
4 Pinion-aandrijving
5 Kettingspanner
5