Operation Manual
71
NaafversnellingenVoertuig
1. Stel de draaischakelaar of vernsellings-
hendel in op de middelste versnelling.
Bij een versnelling met
7 of 8 versnellingen beantwoordt dit aan
de 4e versnelling (zie Afb. “Stelschroef
aan de draaischakelaar”).
2. Verstel de stelschroef (zie Afb.:
“Stelschroef aan de draaischakelaar”)
aan de draaischakelaar zodanig dat de
beide in kleur gemarkeerde
aanduidingen op de achterwielnaaf
overeenstemmen (zie “Afb. Instellings-
markering”).
3. Controleer de instellingen met een
proefrit.
x Hebt u de storingen niet kunnen
verhelpen, laat de versnellingskabel-
spanning dan dan door uw
handelaar instellen.
Afhankelijk van het voertuigmodel kan een naafversnelling met schakelbox ingebouwd zijn.
x Controleer aan de achteras van het voertuig of een schakelbox is gemonteerd.
1. Stel de draaischakelaar of vernsellings-
hendel in op de middelste versnelling. Bij
een versnelling met 7 of 8 versnellingen
beantwoordt dit aan de 4e versnelling
(zie Afb. “Schakelbox”).
2. Verstel de stelmoer zodanig dat de
markeringen aan de schakelbox over-
eenstemmen (zie Afb. “Schakelbox”).
3. Controleer de instellingen met een
proefrit.
x Hebt u de storingen niet kunnen
verhelpen, laat de versnellings-
kabelspanning dan dan door uw handelaar instellen.
Afb.: Stelschroef aan de draaischakelaar
(bij wijze van voorbeeld)
1 Schakelniveau
2 Stelschroef
1
2
L
OC
K
Afb.: Instellingsmarkering
(bij wijze van voorbeeld)
1 2
Afb.: Schakelbox (bij wijze van voorbeeld)
1 Markering
2 Instelmoer