Operation Manual

70
Naafversnellingen Voertuig
7.2 Instellingen
WAARSCHUWING
Doorglijden van de versnellingen en tevergeefs trappen door een
verkeerd ingestelde versnelling.
Risico op ongevallen en verwondingen!
x Stel de versnelling in.
x Beschikt u niet over de noodzakelijke vakkennis of
gereedschappen, richt u dan tot uw handelaar.
LET OP
Een verkeerd ingestelde versnelling kan leiden tot beschadiging
van de versnelling.
Beschadigingsgevaar!
x Stel de versnelling in.
x Beschikt u niet over de noodzakelijke vakkennis of
gereedschappen, richt u dan tot uw handelaar.
De naafversnellingen mogen uitsluitend worden ingesteld door uw handelaar.
7.2.1 Versnellingskabelspanning instellen
De instelling van de versnellingskabelspanning hangt af van het model van uw
naafversnelling.
x Ga na welke naafversnelling in uw voertuig is gemonteerd (zie fiche met de
technische gegevens die u hebt gekregen van uw handelaar).
x Wanneer de naafversnelling minder goed werkt, dient u de versnellings-
kabelspanning in te stellen.