Operation Manual

12
Grondslagen Voertuig
Om bijvoorbeeld bij een triatlon of het tijdrijden op de racefiets een aero-
dynamische positie te kunnen innemen, worden zogenaamde aero-sturen
gebruikt.
Aero-sturen mogen uitsluitend bij voertuigen van de categorie 1 en bij
racefietsen zonder ondersteuning van een motor worden geïnstalleerd.
De versnellingshendels van de aero-sturen
liggen vaak op het einde van het stuur
(zie hoofdstuk “Derailleur / Bediening /
Versnellingshendel bij een racefiets
bedienen”). De remarmen liggen op het
uiteinde van het basisstuur. Wanneer de
racefiets in een aerodynamische positie
wordt bestuurd, liggen de remarmen buiten
het directe handbereik van de bestuurder.
x Leer het rijgedrag van een aero-stuur
kennen en oefen het grijpen van de
remarmen op een terrein weg van het
wegverkeer.
x Sluit bij het oefenen van de hantering
van het stuur andere gevarenbronnen uit,
zoals een ongeoefende omgang met de klikpedalen. Beperk u in eerste instantie
tot het oefenen met het stuur.
x Pas uw rijstijl aan de gewijzigde rij-eigenschappen aan.
1
2
Afb.: Afstand tussen versnellingshendels en
remarmen bij het aero-stuur
(bij wijze van voorbeeld)
1 Versnellingshendel
2 Remarm