Operation Manual

20
Reiniging Kinderspeelfiets
9�7 Velgen en spaken controleren
1. Controleer de voorste en achterste velg op barsten, vervormingen of
kleurveranderingen (visuele inspectie).
x Vertoont een velg barsten, vervormingen of kleurveranderingen, laat uw kind
dan niet met de kinderspeelfiets rijden.
2. Druk de spaken met duim en vinger lichtjes samen en ga na of de spanning bij alle
spaken gelijk is.
x Bij een verschillende spanning of losse spaken kunt u de spaken door uw
handelaar laten aanspannen.
U kunt ook met een houten of plastic staaf over de spaken strijken en letten
op geluidsverschillen.
9�8 Banden controleren
1. Ga na of de juiste bandenspanning is ingesteld (zie hoofdstuk “Basisinstellingen/
Bandenspanning controleren en instellen”).
2. Controleer de banden op barsten en schade door vreemde voorwerpen.
3. Ga na of het profiel van de banden duidelijk voelbaar is.
x Wanneer een band barsten vertoont, beschadigd is of de profiel diepte
te gering is, dient u de band door uw handelaar te laten vernieuwen en ervoor
te zorgen dat uw kind niet met de kinderspeelfiets rijdt.
4. Controleer of de ventielen vast zitten en draai eventueel de onderste kartelmoer
volgens de wijzers van de klok met de hand vast.
5. Ga na of de ventielen zijn voorzien van een beschermkap.
x Ontbreekt de beschermkap, vervang dan de beschermkap.
9�9 Beschermingselementen controleren
x Ga na of de beschermingselementen zoals beschermkappen of moeren of aan de
handvaten voorhanden en onbeschadigd zijn.
x Ontbreken de beschermingselementen of zijn ze beschadigd, laat ze dan door
uw handelaar vernieuwen.