Operation Manual

128
VoertuigOnderhoud
14.11.8 Wiel monteren
WAARSCHUWING
Uitvallen van de remmen door een ondeskundige montage van
de rem.
Risico op ongevallen en verwondingen!
x Hang de remkabel bij het velgremmen meteen weer in.
x Hang het remsysteem bij hydraulische velgremmen meteen
weer in en sluit de snelspan hevel.
x Zorg ervoor dat het remsysteem de velg en niet de band of
de spaken raakt.
Om de wielen te monteren, gaat u te werk in omgekeerde volgorde als bij de demontage
van de wielen.
x Ga na bij schijfremmen voor de montage van het wiel, of de remblokken exact in
de aansluitingen van het remzadel zitten.
x Zorg ervoor dat u de schijfrem rotor tussen de remblokken schuift.
14.11.8.1 Voorwiel monteren
1. Steek het voorwiel in de uitvalzekering.
2. Sluit de moer van de snelspanner.
3. Sluit de snelspan hevel.
4. Ga na of het voorwiel rond loopt.
x Loopt het voorwiel niet rond, positioneer dan het voorwiel in het midden van de
geveerde voorvork.
14.11.8.2 Achterwiel monteren
1. Trek het schakelmechanisme met de hand naar achteren (zie hoofdstuk
“Onderhoud / Wiel demonteren / Achterwiel demonteren”).
2. Plaats de ketting op het kleinste rondsel en druk de ketting naar beneden.
3. Steek eventueel het achterwiel in de uitvalzekering.
4. Schuif het achterwiel van onderen in de uitvalzekering.
5. Sluit de moer van de snelspanner.
6. Sluit de snelspan hevel.
7. Ga na of het achterwiel rond loopt.