Operation Manual

66
Derailleur Voertuig
x Om te schakelen naar het volgende kleinere
rondsel, drukt u op de bovenste
versnellingshendel.
x Een aantal modellen biedt de mogelijkheid de bovenste versnellingshendel voor
het schakelen naar een grotere versnelling met de wijsvinger in de
tegenovergestelde richting te trekken.
x Opdat de gebruikte versnellingshendel automatisch naar de
uitgangspositie kan
terugkeren dient u de versnellingshendel na het schakelen los te laten.
Wanneer uw voertuigmodel uitgerust is met
een draaischakelaar:
x Draaischakelaars zijn doorgaans
gemarkeerd met getallen voor de
afzonderlijke versnellingen. Draai de
draaischakelaar in de passende richting
om naar een hogere of lagere
versnelling te schakelen.
6.3.2 Kettingwielen schakelen
Afhankelijk van het model kan de indeling van de versnellingshendels (boven- of onder-
kant van het stuur) en de bediening variëren. De schakeleenheid voor de kettingwielen
bevindt zich links aan het stuur (zie Afb.: “Bedieningseenheid aan het stuur voor het
schakelen van de rondsels en kettingwielen”).
x Om te schakelen naar het volgende grotere kettingwiel, drukt u op de onderste
versnellingshendel.
x Om te schakelen naar het volgende kleinere kettingwiel, trekt u de bovenste
versnellingshendel naar de linker kant van het stuur
.
x Opdat de ingedrukte versnellingshendel automatisch naar de uitgangspositie kan
terugkeren
, dient u de versnellingshendel na het schakelen los te laten.
Afb.: Draaischakelaar (bij wijze van voorbeeld)