Operation Manual
52
Rem Voertuig
5 Rem
5.1 Grondslagen
Het voertuig is uitgerust met minstens twee van elkaar onafhankelijke remmen.
Afhankelijk van het voertuigmodel zijn de volgende remmen gemonteerd:
– Terugtraprem
– Velgrem
– Schijfrem
5.1.1 Terugtraprem
Voertuigen met naafversnelling en voertuigen
zonder versnelling zijn vaak uitgerust met een
terugtraprem. Deze is geïntegreerd in de
achterwielnaaf van het voertuig en wordt via
de pedalen gebruikt (zie “Afb.:Terugtraprem”).
5.1.2 Remarm
Met de remarmen worden de remmen bediend. De krachtoverdracht gebeurt
mechanisch of hydraulisch. Bij de mechanische versie wordt de kracht van de remarm
via een remkabel op de rem overgedragen. Bij de hydraulische versie wordt de kracht
van de remarm via remleidingen, waarin zich een remvloeistof bevindt, op de rem
overgedragen.
Is het voertuig uitgerust met slechts een remarm, dan wordt hiermee de voorwielrem
bediend. De achterwielrem is de terugtraprem.
Is het voertuig uitgerust met twee remarmen,
dan bevindt zich doorgaans links de remarm
voor de voorwielrem en rechts de remarm
voor de achterwielrem (zie “Afb.: Indeling van
de remarmen”).
x Houd er rekening mee dat de indeling
van de remarmen kan variëren. Leer
de indeling van de remarmen kennen
vooraleer u begint te fietsen. Richt u tot
uw handelaar als u de indeling van de
remarmen wilt laten wijzigen.
Afb.: Terugtraprem (bij wijze van voorbeeld)
21
Afb.: Indeling van de remarmen
(bij wijze van voorbeeld)
1 Remarm voorwiel
2 Remarm achterwiel