Operation Manual
45
BasisinstellingenVoertuig
4.5.2 Greepafstand instellen
De greepafstand van de remarm moet
individueel worden ingesteld zodat de
remarmen gemakkelijk en veilig kunnen
worden bediend. Mechanische en
hydraulische remmen beschikken doorgaans
over een stelschroef aan de remarm
(zie “Afb.: Positie stelschroef”). Wanneer
wordt gedraaid aan de stelschroef,
wordt de afstand tussen remarm en handvat
gewijzigd. Afhankelijk van de soort rem
varieert de positie van de stelschroef.
1. Verwijder de beschermkap van de
stelschroef, indien aanwezig.
2. Stel de remarm in op de greepafstand
van uw hand met de stelschroef die
u in- of uitdraait.
3. Controleer de minimale afstand met het
gebruik van de remarm.
x Is de afstand tussen gebruikte
remarm en handvat geringer dan
1cm, stel dan de remkabelspanning
of het drukpunt in (zie hoofdstuk
“Rem / Instellingen / Remkabelspan-
ning bij mechanische remmen instel-
len” of hoofdstuk “Rem / Instellingen /
Drukpunt instellen”).
4. Plaats de beschermkap op de stelschroef, indien aanwezig.
4.6 Pedalen
De pedalen zijn bevestigd aan de cranks. Met de voeten wordt het voertuig via de
pedalen aangedreven.
Afhankelijk van het voertuigmodel is het voertuig uitgerust met klap-, blok- of klikpedalen.
x Houd er bij de montage van pedalen rekening mee dat het rechter pedaal met een
rechtse schroefdraad en het linker pedaal met een linkse schroefdraad is uitgerust.
Het vastdraaien van de pedaalschroefdraad in de crank gebeurt bij beide pedalen
door het indraaien in de rijrichting en beide pedalen worden losgemaakt door het
uitdraaien in tegenovergestelde richting van de rijrichting.
1
1
Afb.: Positie stelschroef
(bij wijze van voorbeeld)
1 Stelschroef greepafstand
1
A
B
C