Operation Manual
37
BasisinstellingenVoertuig
4.2 Zadel
WAARSCHUWING
Verkeerde instelling van de zadelpen.
Risico op ongevallen en verwondingen!
x Gelieve de minimale insteekdiepte van de zadelpen
te respecteren.
x Beschikt u niet over de noodzakelijke vakkennis en
gereedschappen voor de montage van de zadelpen, richt u
dan tot uw handelaar.
LET OP
Materiaalbreuk door een verkeerde hantering van componenten.
Beschadigingsgevaar!
x Kantel de hendel van de snelspanner uitsluitend met de hand.
Gebruik nooit werktuigen of andere hulpmiddelen om de
hendel te kantelen.
x Het inkorten van de zadelpen is niet toegestaan. Dit kan
leiden tot een breuk of barst van de zadelbuis.
x Zorg ervoor dat het zadel door uw handelaar zodanig wordt ingesteld dat u een
comfortabele zitpositie bereikt, alle componenten aan het stuur goed kunt
bedienen en tenminste met de tenen veilig de grond kunt aanraken.
4.2.1 Zadelhoogte instellen
Afhankelijk van het model is het voertuig uitgerust met een vaste zadelpen of een
telescopische zadelpen. Beide soorten zadelpennen kunnen ofwel met een
zadelpenklem met klemschroef of met een zadelpenklem met snelspanner worden
bevestigd. Via de zadelpenklem kan de hoogte van het zadel worden ingesteld.
x Voor meer informatie over de telescopische zadelpen dient u het hoofdstuk
“Telescopische zadelpen” te lezen).