Operation Manual

18
Reiniging Kinderspeelfiets
9�2 Schroefverbindingen controleren
x Til de kinderspeelfiets ca. 5cm van de grond en laat deze voorzichtig op de grond
vallen. Let daarbij op opvallende geluiden.
x Hoort u opvallende geluiden, draai dan de betreffende schroefverbindingen
vast (zie hoofdstuk “Grondslagen / Instructies over draaimomenten”).
x Zorg ervoor dat losse schroefverbindingen door uw handelaar worden
vastgedraaid wanneer u niet beschikt over de noodzakelijke vakkennis en
gereedschappen.
9�3 Frame en voorvork controleren
x Ga na of het frame en de voorvork vervormingen, barsten of kleurveranderingen
vertonen (visuele inspectie).
x Vertoont het frame of de voorvork vervormingen, barsten of kleurveranderingen,
laat dan het frame of de voorvork meteen door uw handelaar controleren en zorg
ervoor dat uw kind niet rijdt met de kinderspeelfiets.
9�4 Zadel controleren
x Ga na of het zadel kan worden gedraaid.
x Kunt u het zadel verdraaien, stel dan de zadelpenklem in (zie hoofdstuk
“Basisinstellingen / Zadel instellen”).
9�5 Stuur controleren
x Ga na of het stuur in een rechte hoek naar het voorwiel is gericht
(zie “Afb.: Correcte stuurpositie”).
x Laat het stuur instellen door uw handelaar als het stuur niet in een rechte hoek
tot het voorwiel staat.
Afb.: Correcte stuurpositie (bij wijze van voorbeeld)